strand

Bij mij geen ‘maandag-wasdag’ maar ‘maandag-stranddag’. De zon lokte me naar buiten en die was, die kan wachten en de strijk ook. Dat is ‘regenwerk’. Dus op naar Zandvoort naar het strand en natuurlijk fototoestel mee. Ik ben nog steeds met een project over strandafval bezig en hoopte wat te vinden vandaag. De zee was zo mooi, de wind blies lekker en het was rustig op het strand. Op de heenweg langs de vloedlijn en ik was zo bezig met fotograferen van de golven dat ik er geen erg in had dat ik opeens tot aan mijn enkels in het water stond.

Op de terugweg zag ik een paar meeuwen in iets groots pikken en dat wilde ik wel eens van dichtbij bekijken. Het bleek een dood zeedier te zijn, een rob?, maar er zat een vin aan. Natuurlijk ook even vastleggen en dan weer verder zodat de meeuwen ook verder konden gaan met opruimen. Maar even later zag ik weer een dood dier liggen. Kleiner en volgens mij wel een rob. Ook op de foto maar deze komen niet in mijn serie terecht want dat gaat over menselijk afval. Ik hoop niet dat je het eng vindt om te zien en anders kijk je er gewoon niet naar. Maar het is ook onderdeel van het zee- en strandleven. Ik zal ze wat kleiner maken, is het misschien minder eng.

herfst

Ik kan erover schrijven, over dichten, peinzen, lezen, maar ik kan er ook een collage over maken en die bewerken. En dat heb ik dus gedaan.

nieuwe wezens

Met zo’n druilerige dag is het lekker om thuis wat te knippen en plakken en gelukkig heb ik er weer zin in. Kopje thee erbij, muziekje op, kachel aan, zo maak ik het mezelf gezellig.
Na het opplakken scan ik de nieuwe wezens en bewerk ik ze wat op de computer, bijna nog leuker dan het maken van het origineel. Dat kan er dan zo uitzien.

Nu is het tijd om de computer af te sluiten, de lichtjes aan te doen en een glaasje wijn in te schenken. Koken hoef ik vanavond niet want onze jongste had een stuk quiche over en dat hoef ik alleen maar op te warmen.

liefde

Ik maakte een woordgedicht bij het woord ‘liefde’.

liefde

l loslaten
i in liefde
e en het omarmen van
f fragmenten oud geluk maakt het
d draaglijk
e en troostend

liefde

de eindstreep

Langzaam gaat het weer de goede kant op met ups en downs maar vandaag een goede dag.

Weer eens geschreven bij een regel uit ‘Boswerk: ‘Aan het lichaam vasthouden blijft een dodelijke daad’.

Hoe lang ga je daarmee door? Tot alle functies uitvallen of zet je zelf de eindstip zoals Ton en P.? Zij hielden aan het leven vast zolang het nog waardevol voor ze was en toen dat niet meer zo was lieten zij het lichaam en de geest los. Dat was een dodelijke daad. Kan dat ook zo zijn als je wel aan het leven vasthoudt? Ja, omdat leven altijd eindigt met de dood. 
Dat is al vanaf de conceptie zo. Altijd ligt de dood te wachten bij de eindstreep en voor ieder is de afstand tot die eindstreep anders. Sommigen slepen zich, al dan niet ondersteund, naar die eindstreep toe. Anderen trekken hem zelf op een zelfgekozen afstand.
Er is geen goede of foute beslissing, het is ieders eigen beslissing. En ik hoop voor de mensen die de afstand zelf willen bepalen dat ze dat op een vredige wijze kunnen doen, gesteund en omgeven door hun geliefden. Hand in hand zoals bij Ton en mij. Vredig, liefdevol, verdrietig.

even niet

De verwarring die ik deze week een paar keer voelde was een voorbode. De beschermbel die ik steeds om me heen voelde waardoor ik ‘gewoon ’ doorging is geknapt. Het rauwe rouwen is begonnen en ik trek me even terug.

rare dag

Dinsdag was een rare dag. Het begon al toen ik naar mijn auto liep die buiten geparkeerd stond al een paar dagen en ik de auto niet kon vinden. Waar had ik hem geparkeerd? Overal gekeken en steeds nerveuzer: wat moet ik doen als hij gestolen is? En toen ik na heel veel heen en weer lopen en rondkijken weer vanaf het begin opnieuw begon zag ik hem. Wat een opluchting! Gelukkig was het heerlijk weer en ik ging naar het strand samen met F. Ik wilde daar ook de camera van Pieter uitproberen en had mijn pasjeshouder en autopapieren in de fototas opgeborgen.
Het was heerlijk aan het strand en ik bleef steeds stilstaan om een foto te maken, bukte om vindsels in het zand vast te leggen. Ik was weer helemaal ontspannen.
Toen ik later weer thuis was en mijn tas leegmaakte zag ik opeens en leeg vakje: daar had mijn pasjeshouder moeten zitten. Paniek, paniek. Vakjes aan de buitenkant bekeken maar niets. Dus bankpassen blokkeren, id-kaart blokkeren. Maar welke passen zaten er nu nog meer in en hoe blokkeer ik die en vraag ik nieuwe aan? Alles moest per computer en het lukte gelukkig niet want toen ik ’s avonds opnieuw de tas bekeek zag ik een nog niet ontdekt vakje en jawel, daar zat mijn kaarthouder in. Helaas konden de geblokkeerde kaarten niet gedeblokkeerd worden dus kan ik een week niet pinnen en moet ik een nieuwe id-kaart aanvragen. Maar ik kan met de trein en naar het museum de komende week en mijn buurvrouw was zo lief geld voor mij te pinnen. Dus een dag met grote contrasten. Gelukkig hebben we de foto’s nog zeggen we dan.

andere wonderwezens

Vandaag regende het net als ik een ommetje wilde maken en als het droog was sliep ik of had ik geen zin. En vandaag weer eens mijn doosjes vol knipsels tevoorschijn gehaald en omdat ik pas wat andere koppen had uitgeknipt pakte ik die eens en zo ontstonden er hele andere wezens. Die waren al leuk maar toen ik ze op de computer nog wat bewerkte vond ik ze nog leuker.

bladwezen

Wonderlijk dat er steeds weer nieuwe wonderwezens ontstaan, gewoon omdat iemand, hier Nel, blaadjes zoekt, droogt, voor ons neerlegt op tafel tijdens het schrijfcafé en zegt: maak daar maar een wonderwezen van.
Die bladeren hadden nooit kunnen vermoeden dat ze na hun herfstdans zo op papier zouden eindigen. Na het opplakken moesten we ons wezen laten vertellen hoe het is daar zo opgeplakt te liggen. Ik schreef dit:

Ik sta hier wat onwennig. Zo ben je een eend temidden van andere eenden en vervolgens word je een fabeldier, een wonderwezen. Ik had daar nog nooit van gehoord maar sinds vanochtend weet ik het. Ik ben dus een wezen geworden dat eigenlijk niet bestaat. Maar ja, je ziet me hier dus ik besta wel. Geen poten met zwemvliezen meer maar een sierlijk uitwaaierend blad. Geen vleugels maar vruchtjes van een boom. En om het nog gekker te maken houd ik ook nog eens een blad in mijn snavel en heb ik een soort tasje aan mijn vruchtvleugel.
Ik sta hier dus onwennig, dat snap je. Niks geen duik meer onderwater want ik moet nu droog blijven. Fabeldier, van mij hoeft het niet.

herfstblad

In het schrijfcafé kregen we ook het gedicht ‘Dwarshanger’ van Daniel Billiet dat gaat over de bladeren die in de herfst zich met de wind mee laten blazen maar dat er ook af en toe een blad is dat zich aan de boom vast blijft klampen. Daar schreef ik het volgende over:

Ja, ik kan me het gevoel van die bladeren wel voorstellen. Vanaf de lente aan diezelfde boom moeten hangen, af en toe wat ronddraaien met de wind waardoor je iets meer kunt zien van de omgeving. Maar verder hang je daar maar te hangen. De zon die op je schijnt, de regen die op je klettert, diertjes die je zachte binnenkant opeten, vogels die op je poepen, alles moet je maar doorstaan want je kunt geen kant op.
Maar dan, in de herfst gaat het anders worden. Langzaam neem je afstand van je tak. Een kurklaagje gaat je afscheiden van de boom. Je voelt je verkleuren. Het saaie groen trekt zich terug en het rood, geel en oranje dat in je verborgen zat komt tevoorschijn. Je wiebelt en wiegt steeds meer mee met de wind en je voelt de vrijheid naderen. En dan kom je los, dwarrel je rond in de lucht tot je zachtjes landt op de grond. Daar wacht je met al het andere gevallen blad tot je uiteen valt en wordt opgenomen in de aarde en je voedsel wordt voor de boom die jou het leven gaf.

« Previous EntriesVerder kijken »