Vanmorgen werd in het schrijfcafé de vraag gesteld: ‘wat zou je als omhulsel willen hebben om de wereld op afstand te houden?’ Direct dacht ik: de stam van een boom.
Ik zou de stam van een boom als omhulsel nemen. Een populier met knoesten als ogen in de stam zodat ik naar alle kanten naar buiten kan kijken en grote poriën om genoeg lucht te krijgen. Ik beslis zelf wanneer ik uit mijn stam wil stappen om op pad te gaan. Want alleen leven binnen mijn stam is me te weinig. De wereld rondom met zijn natuur en cultuur is er niet voor niets. Maar daarna me weer terugtrekken binnen mijn bast, mijn haren als een kroon wapperend in de wind, mijn tenen gespreid in de aarde.
En als soms een andere stam wat te dichtbij komt, houd ik met mijn takken, mijn zelfgekozen afstand tot de ander in ere.
Leave a Comment