Vanmorgen in het schrijfcafe was het thema’ mijmeren’. Uit vele kaarten koos ik deze kaart. De opdracht erbij luidde: aan wie zou je deze kaart willen sturen?
Ik dacht direct aan vriendin N. waarmee ik onlangs ook over het woord mijmeren heb geschreven. Zij vond zichzelf te ongedurig om te gaan zitten mijmeren. Maar als ze nu eens in een bootje zou gaan zitten met een hengel zonder haak, misschien dat het dan zou lukken?
Ik bedenk opeens, door deze kaart, dat bermvissers volgens mij de grootste mijmeraars zijn. Uren in stilte naar een dobber zitten staren. Als die eens hun gedachten op zouden schrijven, zouden ze dan achteraf verbaasd zijn? Of zijn de meesten gewoon met het dagelijkse bezig? Met datgene dat nog gedaan moet worden als ze thuiskomen?
Het lijkt me wel een ervaring om eens zo helemaal alleen in zo’n bootje te zitten, net als Jopie Huisman. Het is namelijk een zelfportret van hem. Geen afleidende spullen bij je hebben, nergens heen gaan, alleen zitten in stilte in de stilte. Wat een mijmerplek.
Ik snapte nooit zo de lol van het bermvissen, maar zie nu de mogelijkheden ervan. Even geen thuis, geen werk, niets anders doen dan kijken naar je dobber.
Maar waarom gaan ze zo vaak vlak langs de weg zitten terwijl ze aan de overkant van het water in alle rust kunnen zitten? Bang voor een te grote stilte?
bermvissers
zitten stil
en kijken slechts
op als de dobber
beweegt
Leave a Comment