’Met vrijheid, boeken, bloemen en de maan, hoe kun je dan niet gelukkig zijn?’

Oscar Wilde (1854-1900).

Ja, dat is een van de raadsels van het leven. Sommige mensen hebben ogenschijnlijk alles waarvan je denkt: die moeten wel gelukkig zijn, maar dat zijn ze niet. Waarom weten ze soms zelf ook niet en dat niet weten van het waarom maakt ze nog ongelukkiger. Want hoe leg je een gevoel uit dat je zelf ook niet snapt?
En vrijheid is een groot goed, vooral als je om je heen ziet hoe anders dat is voor miljoenen mensen op de wereld. Boeken kunnen je verrijken maar je ook even laten ontsnappen aan een minder fijn bestaan, maar dat is maar tijdelijk en dan kijk je je eigen werkelijkheid weer in de bek.

En dan de maan waartegen soms honden verlangend huilen en die in sommige boeken een romantische sfeer moet oproepen maar nu een soort afvalbak wordt van wat ruimtevaarders niet meer mee terug willen nemen. En dan hebben we de bloemen nog. Rode rozen voor een geliefde maar niet met je handen er teveel aanzitten vanwege het mogelijke gif.
Maar toch, er is aan dit alles ook een andere kant, de kant van Wilde en die wil ik ook blijven zien, ondanks alles. Want als je kunt genieten en je doet het niet, dat is zonde, doodzonde.

Daarom heb ik deze week genoten van het zijn in een boshuisje met een dierbare vriendin. Genoten van de bloemen, het vogelgezang, het lezen, wandelen, tekenen, schrijven, museumbezoek. Want ik heb de vrijheid om hiervan te genieten en dat heb ik met volle teugen gedaan.