Ik zit weer wat te bladeren in de al eerder genoemde bloemlezing’ Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie’ en stop wat langer bij een haiku van J. van Tooren.

Toen ze op mijn hand vloog
wierpen libellevleugels
schaduwen van licht.

Ik weet het, de eerste regel heeft een woord teveel, maar dichterlijke vrijheid is een groot goed. Vanwege de laatste regel heb ik dit gedicht gekozen, zo mooi.
Ik kijk graag naar libellen, zo sierlijk, zo kleurrijk vaak. Ze lijken totaal geen probleem met de zwaartekracht te hebben, zelfs als ze als een tandem vliegen. En als er dan een op je hand landt en je hem/haar van heel dichtbij kan bekijken, dan ervaar je de schoonheid van de schepping.
Ik ga eens in mijn fotovoorraad kijken en zie een foto van een libellesoort die ‘bruine glazenmaker’ heet. Geen schaduwen van licht maar spiegeling van vleugels en dat beeld gebruik ik voor een eigen haiku:

rustend op drijfhout
scheppen libellevleugels
waterevenbeeld