Ik lees in het prachtige boek “En steeds is alles er” van Marjoleine de Vos:
…”De dode is niet alleen maar een te omschrijven persoon, maar ook al het gezamenlijke beleefde: een web zo fijn om de wereld gespannen dat het nauwelijks waarneembaar is, tot het kapotgetrokken wordt. 
En toch wen je. Wennen is niet hetzelfde als geen verdriet hebben, al heb je meestal geen verdriet meer…”

Vooral die laatste zinnen pakten me. Ik wen aan het alleenzijn en ben momenteel meer gelukkig dan verdrietig. Maar dat stukgetrokken web heeft altijd nog draadjes die aan me vastzitten.
Vrijdag kregen we bij ‘de schildermeisjes’ een schilderij van Kandinsky om mee te werken. En direct trokken draadjes me terug naar de heerlijke vakanties in Frankrijk met Ton in onze caravan. En die herinnering maakte me eerst blij en daarna weemoedig omdat ik direct besefte: dat gebeurt nooit meer. Het gezamenlijke beleven is voor altijd afgesloten. 
Maar als dan, zoals nu, de zon de kamer binnenschijnt is het of die pijn verzacht wordt door het goede van nu. Dat is het kompas waarop ik vaar om de goede koers vast te houden.