Gaat het schrijven thuis nog niet, gelukkig ging het gisteren wel voor en na het labyrintlopen. Het was de laatste keer van dit seizoen en het was prachtig weer. Het is een voorrecht met deze groep vrouwen samen te zijn. Na afloop schreef ik:

Vandaag liep ik het labyrint en ik nam het woord ‘openen’ met me mee. Ik moet me blijven openen om liefde te kunnen ontvangen en te kunnen geven. Ga ik op slot dan sluit ik teveel buiten.
Net als in het labyrint duurt een weg soms langer dan gedacht. Zijn de sporen van anderen voor mij soms een routewijzer al moet je zelf wel kiezen welk spoor je wilt volgen.
De wind streelde me, de zon warmde me, de grond droeg me en ik kwam op de plek van rust en zicht op de verte die voor me open lag. De terugweg was zwaar omdat ik het verdriet van de ander voelde en omdat lopen op zand op het moment wat moeilijk voor me is.
Maar ik bleef me openen voor mijn omgeving en voor mijn gevoelens. Terug op de fiets zag ik de duinen, het pad, de mensen en ik voelde me van binnen opener dan voor het labyrint.

Als afsluiting gingen we na afloop met elkaar lunchen. Blij ging ik naar huis, vooral omdat ik nu wist dat P. morgen naar huis mag.