Vanochtend had ik opeens zin om naar Thijsse’s Hof te gaan om te kijken of er al veel voorjaarsbloeiers waren. Wel mijn winterjas nog aan. Op mijn gemak door de hof gelopen, veel stil gestaan om iets te fotograferen, of om naar de vogels te luisteren die al steeds luidruchtiger beginnen te worden. Er waren verschillende plekken vol bosanemonen en dat vind ik zo’n mooi teer bloempje. Zo anders dan de rode gekweekte.

Thuisgekomen zocht ik even wat informatie over de naam van het plantje.
De naam komt van het Griekse woord anemos, wat wind betekent. Het is niet alleen dat de blaadjes van de bloem al bewegen bij het minste zuchtje wind en dat het pluizige zaad door de wind wordt verspreid maar het heeft ook te maken met een verliefde god, namelijk Zephyros, de god van de wind. Aan het hof van zijn vrouw Flora was een nimf, Anemona genaamd. Zephyros werd verliefd op haar en zijn jaloerse vrouw Flora veranderde de nimf in een bloem. Ze mocht wel haar naam houden. Dit weten we omdat Plinius de Oudere dat heeft opgeschreven uit de Griekse oudheid.

Maar ook zonder de informatie kun je gewoon genieten als je ze in het bos ontdekt. Of van een weerspiegeling in het water of de eerste knoppen aan de struiken die zich gaan ontplooien.