Als ik aan de herfst denk, denk ik niet aan kil maar aan warm. Herfsttinten buiten geven me een warm gevoel. Herfst roept het gevoel op: ik wil warme chocomelk.
Ook de bomen met hun herfstgeuren geven mij een warm gevoel. Ik raak ze aan, zoek naar dat ene blad om na te tekenen, glim bij mijn eerste kastanje net zo als de kastanje zelf.

En langzaam krijgen de bomen hun ware vorm als de herfst vordert. Het lage zonlicht zet ze in een mysterieuze gloed als de mist nog wat blijft rondhangen.
De berken zijn al snel weer zichzelf. Ik vind ze net jonge vrouwen, slank, beweeglijk. Zo anders dan de oude eik. Een oude man die stil zijn blad laat vallen en weet: dat is maar tijdelijk, later komt de lente weer.