Naar aanleiding van het gedicht ‘Als ik sterf zal de wind niet harder waaien’ van Jochem Myer schrijf ik:
Er zal geen haan zachter kraaien want het leven gaat door als ik gestorven ben. De wind zal blijven waaien en ik hoop dat op mijn graf mooie herfstbladeren zullen neerdwarrelen en dat ik dan, zonder het te weten, weer van de herfst kan genieten. De grassprieten zullen met dauw om mij heen staan. Misschien staan mijn kinderen ook met dauw in de ogen bij mijn laatste rustplaats. Maar ik hoop dat er een lach bij ze boven komt als ze het over mij hebben. Dat ze voelen dat ik nog steeds van ze hou al zal dat niet tastbaar zijn via een kaartje, telefoontje op praatje bij de thee.
Maar mijn liefde voor hen zit in hun herinneringen. Laten ze die maar koesteren en dat graf, daar hoeven ze niet veel aan te doen. Dat doet de natuur wel.
Mooi!