Gebeurtenissen om je heen bepalen soms je blik op wat je leest en ziet. Zo viel mijn oog op het woord ‘kraamvrouw’ en dat is niet toevallig want de dochter van een vriendin is net bevallen van een dochter, dus bleef ik bij het woord hangen.
Een kraamvrouw kan een vrouw op de markt zijn die achter een kraam staat, en je had vroeger een marktkramer. Soms kramen we onzin uit, als het maar in onze kraam te pas komt.

Maar daar denk ik nu niet aan als ik het woord lees, ik denk aan een vrouw die net bevallen is.
Wat is een kraam? Een ruimte afgezet met doeken, maar hoe past dat bij een geboorte?
In vroeger tijden werd het deel van de kamer waar de zwangere vrouw te bed lag tijdens de bevalling afgezet met kamerschermen. Dat noemde men een ‘kraam’. Zo kwam het woord kramen bij de bevalling terecht.

Tegenwoordig gaat iemand uit kramen: zij/hij gaat helpen bij en na de bevalling. Maar we gaan nog altijd op kraamvisite, er kunnen kraamtranen vloeien en de kraamheer gaat rond met beschuit met muisjes. En er komt van oma en opa een kraammand met kraamcadeau’s en daar zit dan vast een knuffel in. Dit was de knuffel van onze kinderen.