Meerkoeten

Al een tijdje waren twee meerkoeten samen een nest aan het maken in de vaart tegenover onze flat en als ik langs liep bleef ik altijd even staan kijken. Pa en ma droegen allerlei materiaal aan naar een plekje waar al wat rommel in het water lag. Toen was het zover dat ma ging zitten broeden en pa bleef maar takjes brengen in zijn bek. Zij nam het in haar bek aan en stak het ergens tussen en hoger en hoger werd het nest. Toen zag ik dat hij zacht materiaal bracht en dat aan haar gaf. Vervolgens stopte zij dat aan de binnenkant en zo werd het zitten wat verzacht.
En vandaag zag ik iets roods in het nest en toen ik langer bleef kijken zag ik twee jonge meerkoetjes met die rode koppies en pluizige veertjes. Ze scharrelden wat op het nest terwijl ma bleef zitten. Toen ze even opstond zag ik een eitje liggen en ik dacht: wat klein, hoe opgevouwen moet dat kuiken erin zitten. Toen ik terugkwam van boodschappen doen zwommen de kleintjes, of eigenlijk is het meer drijven, rond het nest. En met mij bleven geregeld andere mensen ook staan kijken en dan hopen we maar dat er geen meeuw, rat of ander prooidier langskomt en dat die kleintjes grootjes mogen worden.

haiku

Ik zit weer wat te bladeren in de al eerder genoemde bloemlezing’ Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie’ en stop wat langer bij een haiku van J. van Tooren.

Toen ze op mijn hand vloog
wierpen libellevleugels
schaduwen van licht.

Ik weet het, de eerste regel heeft een woord teveel, maar dichterlijke vrijheid is een groot goed. Vanwege de laatste regel heb ik dit gedicht gekozen, zo mooi.
Ik kijk graag naar libellen, zo sierlijk, zo kleurrijk vaak. Ze lijken totaal geen probleem met de zwaartekracht te hebben, zelfs als ze als een tandem vliegen. En als er dan een op je hand landt en je hem/haar van heel dichtbij kan bekijken, dan ervaar je de schoonheid van de schepping.
Ik ga eens in mijn fotovoorraad kijken en zie een foto van een libellesoort die ‘bruine glazenmaker’ heet. Geen schaduwen van licht maar spiegeling van vleugels en dat beeld gebruik ik voor een eigen haiku:

rustend op drijfhout
scheppen libellevleugels
waterevenbeeld

Kiefer

Ik had over Anselm Kiefer gelezen, had de documentaire gezien op de televisie en wist: dat werk moet ik in het echt zien. En dat gebeurde vandaag. Toen we bij het Van Goghmuseum aankwamen stond er een rij voor de ingang die helemaal om het museum heenliep. We hadden een tijdslot maar moesten toch helmaal achteraan sluiten. De moed zonk ons in de schoenen. Dan maar eerst koffie en hopen dat de rij geslonken was. Dat was niet het geval maar het ging wel veel sneller dan toen we eerst aankwamen. En wat waren we blij dat we de moed niet hadden opgegeven. Diep onder de indruk was ik van het werk, niet alleen waar formaat betreft, maar vooral vanwege de voorstelling en de manier waarop verf, stro, zonnebloemen, zand, lood etc. erin verwerkt waren. We mochten daarna de rest van de tentoonstelling in het Stedelijk bekijken en dat was bijna nog pakkender. Wat een kunstenaar, wat een visie en techniek. Helemaal vol ervan gingen we weer naar huis om daar na te genieten van alle foto’s die ik had gemaakt. Mijn advies: reserveer een tijd want dit zie je niet gauw meer.

Pasen

Mensen die mij langer kennen weten dat ik wel van tradities houd. Maar een paastraditie, die hebben wij niet in de familie maar ik weet dat vele anderen die wel hebben.


Pasen

P paaseieren kleuren, verstoppen, eten
A altijd dezelfde rituelen met pasen
S samen ontbijten met veel eieren
E en daarna…..
N naar de woonboulevard

Pasen

Geraakt worden

Afgelopen zondag ging ik met schoonzoon R. naar de Matthäus Passion in het concertgebouw en vanochtend ging ik met dochter naar de film over Reinbert de leeuw en zijn uitvoering van de Matthäus. Beide keren was ik ontroerd door de muziek en de passie van muzikanten, zangers/zangeressen en de dirigent. 
Muziek die je raakt kun je steeds weer opnieuw beluisteren zonder dat het gaat vervelen. Muziek kan dus ook eeuwigheidswaarde hebben, net als het gedicht van Guido Gezelle waar ik eerder over schreef.
Poëzie die me raakt kan ik ook steeds weer herlezen en me raken. Met proza heb ik dat minder. Meestal als ik een boek gelezen heb weet ik dat het eenmalig is maar soms weet ik ook direct: dit is een herleesboek. En ik heb zelfs een her-her-herleesboek dat ik zeker een keer voor de vierde keer ga lezen: ‘De duif en de jongen’ van Meir Sjalev.
Met beeldende kunst heb ik dat ook. Sommige schilderijen, beelden, foto’s kan ik keer op keer bekijken en ervan genieten en bij andere heb ik aan één keer genoeg.
En wat fijn dat anderen niet dezelfde dingen mooi vinden als ik anders zou er geen kijkplaats meer voor me zijn. Bovendien zouden veel kunstenaars dan hun werk niet meer kunnen tonen, zich niet meer kunnen ontwikkelen en voor mij zou er niets nieuws meer te ontdekken zijn. Het is dus goed hoe het is.

Ik misse u

Ik pakte weer eens ‘Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie’, door Hans Waren samengesteld in 1992.
Vele, vele roze stickertjes staken uit de zijkant. Ik besloot ze één voor één weer eens langs te gaan. De eerste zit bij een strofe uit het prachtige gedicht “ Ik misse u ‘ van Guido Gezelle (1830-1899).

…Wanneer alleen ik tranen ween
’t zij droevig het zij blij,
ik misse u, ik misse u zoo,
ik misse u neffens mij!

Als ik nu weer ergens een plakker zou plakken zou ik het weer bij deze strofe doen. Mooi vind ik dat er tranen kunnen vloeien bij verdrietige, maar ook bij blije gedachten. Want je mist degene die er niet meer is niet alleen op droevige momenten maar misschien nog wel meer op blije momenten.
Dan had je het de ander zo gegund om hierbij te zijn en mee te genieten. En bij droevige momenten kun je misschien zelfs blij zijn dat de ander dat niet meer mee hoeft te maken.
Zo roept een tekst die meer dan 100 jaar geleden is geschreven nog steeds gevoelens op. Eeuwigheidswaarde is dat.

bloesemtak

Vanochtend bij het schrijfcafé kregen we allemaal een takje met appelbloesem om bij te schrijven. Ik schreef:

Deze bloesemtak was enige uren geleden nog verbonden met de moederboom. Nu ligt zij hier voor me op tafel. Het is een appelbloesem en net als appelwangen roze kleurend. Gesloten bloemknoppen nog stevig roze en als de knoppen zich openen en hun bloemblaadjes strekken dan verzacht het roze zacht tot bijna wit. Net zoals het bij meisjes gaat die nog goed gekleurd haar hebben maar dat ook verbleekt in de loop der tijd tot bijna wit.
Deze tak heeft een zijsprongetje gemaakt naar links, mogelijk op zoek naar meer licht. De bloesem oogt zo teer maar is sterker dan het eruit ziet. 
Onderaan, aan het oudste stukje tak zie ik kleine plakjes korstmos, groen met een vleugje geel erin. Uit de grote tak verspringen steeds bloesemtakjes om en om zodat ze elkaar niet in de weg zitten. Eén is vergeten bloesem te maken en heeft alleen blaadjes.

lente
op tak
nu op tafel
onderwerp van het schrijven
bloesem

Paardenbloem

Ik geniet van alle bollen die boven de grond kwamen of nog zijn, maar waar ik ook ieder jaar weer van geniet zijn de paardenbloemen. Om mij heen in de berm zie ik op het moment van die hele lage, net boven de grond groeiende gele bloempjes. Ze hopen misschien dat de grasmaaier nu zo over ze heengaat dat ze niet gekopt worden. Ik bedacht toen ik ze zag: waarom heten ze zo? Dat komt omdat ze veelal in weiden groeien waar ook paarden lopen en die eten er graag van. Onbewust eten zij de plant die goed voor hen is. De officiële Latijnse naam is ‘Taraxacom officinale’. En dat ‘officinale’ betekent dat de plant geneeskrachtige eigenschappen heeft.

Het plantje kan bijna overal goed gedijen en staat daarom symbool voor veerkracht en doorzettingsvermogen. Ik vind het altijd leuk als mensen zulke dingen bedenken. Net als andere namen voor het plantje zoals: Pissebloem, Beddepisser, Melkblom, Molsla, Leeuwentand, Ganzetongen of Papenkruid. 
Zelfs de weggeblazen pluisjes hebben een symbolische betekenis gekregen: als verspreider van licht en positieve energie.

Dit alles las ik en ik vond het wel een leuke bijlage bij twee foto’s die ik maakte van de paardenbloem. Hij groeit zelfs tussen de kleinste kiertjes tussen stenen en tegels op de stoep. En als je het bloempje vergroot op je camera dan zie je dat het niet één bloem is maar een massa bloempjes bijeen.

ooit

Er is maar één land: de aarde
er is maar één volk: de mensheid
er is maar één geloof: de liefde

F.Wibaut (wethouder van Amsterdam 1859-1936)

Oh wat zou dat heerlijk zijn als iedereen dat zo zou voelen. Geen wij tegen zij, geen’ ik wil jouw stuk land’. Geen verschillende geloven die elkaar bestrijden of ontkennen. Rust, vrede, samenleven, wat zou dat heerlijk zijn. Het klinkt zo eenvoudig maar met al die te grote ego’s en te weinig empatisch vermogen zal het niet lukken om één aarde, één mensheid en leven in liefde zijn.
Maar het leven is een golfbeweging dus wie weet, ooit…

schrijven bij Kandinsky

Ik schreef onlangs over ‘ de schildermeisjes’ en liet twee foto’s zien van ons laatste werk. Nadat we het werk samen hebben bekeken gaan we er altijd over schrijven. Ik schreef:

Onze Kandinsky past naadloos in elkaar. Wij hebben zijn wereld verbreed met onze eigen impressie. Ik zie ons in gedachten thuis eraan werken. Eerst natuurlijk goed kijken, dan bedenken hoe te gaan werken en waarmee. Zelfs als we niet samenzijn, zijn we toch verbonden. 
Ik wilde schilderen maar koos voor kleurpotlood en zachte pastelkrijtjes. Na afloop zaten mijn vingers en de tafel onder dat fijne gekleurde poeder dat er ontstaat als je in het krijt gaat wrijven. Is niet erg, voelde lekker.
Nu eens niet met foto’s bezig zijn verbreedt ook dus even mijn wereld. 
Kandinsky, ik geniet van zijn werk als ik het in het echt zie maar ook afgedrukt in een boek. De vormen, de kleuren, het is zo zijn eigen stijl. ‘Signed all over’ zouden ze bij Tussen kunst en kitsch zeggen.

Toch kon ik het niet laten even wat foto’s dooreen te husselen en zo een nieuw beeld te maken. 

Verder kijken »