Gisteren kreeg ik uit een gedicht de regel:’ neem ruim, zei de zee’. Daarna kwam bij mij in vijf minuten schrijftijd het volgende boven:
Ik denk direct: neem ruimte. Ruimte om te leven, te ontspannen en neem die ruimte ruim. Laat je niet beknellen door opgelegde regels, maar adem ruimte in en om je.
‘Neem ruim’ doen sommigen in negatieve zin. Ze nemen en nemen als rupsjes Nooitgenoeg. Zij beperken de ruimte om hen heen en in hen door hem vol te stouwens met hebzucht.
Nee, dan ga ik voor ruim nemen van de denkbeeldige ruimte in en om mij en vul die met mooie schepsels in woord en beeld en voel me daar goed en rustig bij.
En ook de zee neemt haar ruimte in en geeft wat ruimte af tijdens ebtijd en neemt die ruimte weer terug tijdens vloedtijd.
Maar zij geeft ook volop ruimte in het ruim van haar waterbuik.