Vandaag precies tien jaar geleden lag ik op dit moment op de operatietafel in de VU om een nier te doneren aan Ton die na mij geopereerd zou worden. En beide operaties gingen goed en de nier, die doet het nog altijd. Niet gek he, voor een ’tweedehandsje’. En zoals ieder jaar op deze datum vieren we dat.
10 jaar
woorden
Solarfri betekent in het IJslands: ‘zomaar een dag vrij omdat de zon schijnt’. Zou de zon daar zo weinig schijnen dat je daar een dag vrij voor krijgt en dat het een eigen woord heeft? En is het al een oud woord of nog jong? Dat stond er niet bij.
De Nederlandse tegenhanger zou ‘ijsvrij’ kunnen zijn.
Het is grappig om over woorden na te denken, erover te lezen en dan te fantaseren hoe ze zijn ontstaan en wanneer. En wie heeft dat woord als eerste bedacht? Er worden nog altijd nieuwe woorden bedacht, maar Koot en Bie waren er in hun tijd meesters in. Soms maak ik in gedichten ook nieuwe woorden en dan hoor ik wel eens als commentaar: ‘dat woord bestaat niet.’ ‘Hoezo’, zeg ik dan, ‘het staat er toch? Dan bestaat het’.
Benieuwd of er nu met die lang droogte ook nieuwe woorden gaan komen om dat aan te duiden.
jaloers
Een jonge vrouw komt me tegemoet. Ze kijkt me vriendelijk aan en wenst me een goede dag. Ja, lekker makkelijk. Zij zit ontspannen in haar scootmobiel en ik moet alles lopend doen. Sommige mensen hebben ook alles mee.
Bij de hoek aangekomen probeer ik over te steken, maar niemand die even stopt. Komt er een man aan met een witte stok die hij over de stoep laat gaan en ook hij stopt bij de stoeprand. En ja hoor, nu stoppen ze wel voor meneer, alleen omdat hij een witte stok heeft en ik niet. Sommige mensen worden ook altijd voorgetrokken.
Het is heet buiten. Ik loop verder en jawel, daar staat hij weer te niksen, dag in dag uit. En maar gedag zeggen en lachen naar de mensen die de winkel in- en uitgaan. Waarom gaat hij niet gewoon werken, in plaats van met zo’n daklozenkrant hier te staan? Sommige mensen hebben het maar makkelijk.
Nee, al dat geluk heb ik niet. Ik moet vijf dagen per week keihard werken om mijn vrouw en kinderen te onderhouden. Het onderhoud van mijn huis en tuin kosten me een vermogen. Weet je wat tegenwoordig een werkster en een tuinman kosten? Mijn rijbewijs ben ik een tijd kwijt. Feestje met de jongens gehad, wat gedronken, lang niet zoveel als vroeger. Aangehouden, blazen: ‘meneer u heeft veel te veel gedronken, u mag niet verder rijden.’ Wat een onzin, vroeger dronk ik veel meer en stapte zo in de auto, voor niemand een probleem. Waar is die politie mee bezig? Laat ze boeven gaan vangen en geen nette mensen lastig vallen.
Nee, het is niet eerlijk verdeeld in deze wereld.
Opdracht: schrijf over iemand die jaloers is op iedereen die hij tegenkomt.
gekluisterd
Ik ben al weer een tijdje aan huis gekluisterd vanwege een scheurtje in mijn kuitspier. Nu heb ik, als ik aan het werkwoord kluisteren denk het beeld van een paard, dat met de voeten vastgebonden is zodat het niet weg kan lopen. Maar als ik naar de betekenis zoek dan kom ik uit bij handen die vastgebonden zijn (door bijvoorbeeld de politie). Maar aan mijn handen mankeert gelukkig niets, dus ik typ er lustig op los. Of ik kopieer alles wat ik in de loop der jaren op Fluweelbloem heb gezet, en dat is veel, meer dan ik voor ogen had. Ik ben nu klaar van 2008 ( het jaar dat ik begon) tot 2016. Mappen vol dus, maar zo leuk om te herlezen en ik ben geregeld verbaasd over wat ik tegenkom. Gedichten waarvan ik niet meer wist dat ik ze geschreven had, gebeurtenissen die ik vergeten was. Kortom, zo’n tijdje aan je stoel gekluisterd zitten kan ook z’n voordelen hebben.
Ik was het al heel lang van plan te doen en nu gebeurt het dus. Soms heb ik een zetje van buitenaf nodig, zoals nu bijvoorbeeld een zweepslag. Nou ja, dat is meer dan een zetje. Het gaat inmiddels wat beter, maar echt verder dan in huis wat rondscharrelen zit er nog niet in. Maar ja, op het balkon is het heerlijk, zo ook in mijn kamer en er ligt nog genoeg te wachten dat ook eens geordend moet worden. Bovendien zit er wat vooruitgang in het been, dus pak ik weer een boek en neem mijn rust, want dat is het enige dat helpt bij deze blessure.
blauw
Afgelopen zaterdag sloten Nel en ik ons kleurenproject af met de kleur blauw. De komende maand sudderen alle kleuren nog wat na, maar officieel is het klaar. Het was een bijzondere kleurenreis en we inspireerden en verrasten elkaar met onze oogsten aan kleuren, woorden, beelden. Benieuwd wat het najaar ons gaat brengen.
Als ik aan blauw denk, denk ik aan al die donkerblauwe kleren die ik altijd gedragen heb. Keurig, netjes, een beetje sportief en tegelijk klassiek. Dat past bij donkerblauw, zoals de uniformen van gezagsdragers waardigheid en vertrouwen in de drager uitstralen.
En sinds mijn haren grijzer zijn geworden maar mijn geest niet, val ik vaker op lichtblauw of zelfs kobaltblauw.
Heb ik mijn waardigheid achter me gelaten? Ben ik frivoler geworden? Zou best kunnen, maar ik denk het niet.
Je past je onbewust toch aan bij het modebeeld, want dat bepaalt wat er in de winkels hangt, maar ook hoe je op dat moment in het leven staat is bij je keuze van invloed.
Er was een periode dat ik steeds donkere kleding droeg.
Tot vriendin A. zei: ‘nu moet je eens vrolijke kleuren gaan kiezen, stoppen met die sombere kleuren’.
En het werkt wel want als ik weer eens bij grijs, zwart of donkerblauw sta hoor ik een stemmetje: ‘vrolijke kleuren’.
En nu vult mijn kast zich met lichtblauw, roze, lila, rood en wit. Maar het hangt wel van mijn stemming af voor welke kleur ik die dag ga. En soms heb ik behoefte aan donker en dan doe ik dat ook. Ik ben tenslotte baas in eigen kast.
maan
Van de week las ik over de bijzondere maan die te zien zou zijn. De avond ervoor stond ik op het balkon en vond de maan toen al zo mooi dat ik er een foto van maakte, en nog een. Op de avond van de bijzonder maan waren er wolken voor en na korte tijd gaf ik de moed op en ging naar binnen. Vervolgens vergat ik later nog eens te kijken, maar gelukkig had ik de foto’s van de avond ervoor. Het leuke van wat hoger wonen met vrij uitzicht is dat we de luchten boven de ondergaande zon zo mooi kunnen bekijken ( en fotograferen), maar ook de maan lijkt hier veel dichterbij. ( Ik hoor mijn kinderen al zeggen: ja mam, die is ook dichterbij). Kortom, ook als het donker wordt is het genieten op het balkon.
Moraal: om te genieten hoef je je huis niet uit.
samen
Enkele weken geleden hadden we een leuk feest in Noordwijk en onze schoonzoon P. heeft daar veel foto’s gemaakt. Zo ook van Ton en mij. En na al die woorden is een foto ter afwisseling wel zo leuk, vooral als het van zo’n leuk stel is dat na 48 jaar nog steeds geniet van het samenzijn.
voor M.
Ik moet mijn kamer opruimen maar zag net een map met citaten en deze is voor onze M., vast liggend aan het zwembad in Griekenland.
Toen ik op school zat, las ik in boeken. En wat ik gelezen had, zette ik op een papiertje. Een proefwerk. Als de meester vond dat het voldoende was, gaf hij mij een voldoende. Toen ik studeerde, las ik in boeken. en wat ik gelezen had, vertelde ik aan de professor. Een tentamen. Als die man vond dat het voldoende was, gaf hij mij een voldoende. Nu ik leraar ben, lees ik in de boeken. En wat ik lees, vertel ik aan mijn leerlingen. Die zetten het op papier. Een proefwerk. Als ik vind dat het voldoende is, geef ik ze een voldoende. Mijn leven bestaat uit boeken en papier. Ik verteer mijn papier in mijn boekmaag, en ik braak kennis uit. Daarvoor ontvang ik geld. Dat is mijn leven.
A.L.Snijders
uit: ‘Heimelijke vreugde’.
troost
Troost is wat je wilt geven aan je geliefden als die verdriet of pijn hebben. Je wilt je armen om hen heen slaan, de kou, de pijn, de angst wegnemen en liefde en warmte teruggeven.
Maar dat kan niet altijd. Soms wil de ander (nog) niet getroost worden. Verdriet moet zijn tijd krijgen.
Soms is het er gewoon zijn al een troost, of een kaart of bloemetje. Laten weten dat je er bent voor de ander kan al troostend werken.
Kun je ook iemand troosten die je niet of nauwelijks kent? Zeker. Als je hart geraakt wordt door de nood van de ander kun je jezelf openstellen en jouw warmte, aandacht, liefde schenken, wie die ander ook is.
Mensen die beroepsmatig anderen ontmoeten met verdriet, pijn, wanhoop, moeten, denk ik, er voor waken dat zij die nood niet in zich opnemen. Dan slaat de balans na een tijd de verkeerde kant op en is er geen ruimte meer om de armen te spreiden en het hart te openen om de ander te troosten.
Maar wat een moeilijke opgave lijkt me dat.