schoonmaak

MIJN MOEDER HOUDT SCHOONMAAK

Stof danst van bril tot bril
als ik haar vraag waarom.
‘dat moet nu eenmaal’, zegt ze,
haar hand om de fles Jif,
de veelbeproefde slagorde
van haar kootjes gereed.

Lammetjesgeblaat, merelgefluit,
kat op het dak; oude mannen
keuvelend op een bank in het park,
mattekloppers, kleedjeskloppers,
de duizelingwekkende caroussel
die ze zingt terwijl ze sopt.

Ieder jaar weer kwaad.
Welke natuur laat zich zo ringeloren,
welke knop barst gehoorzaam
groen open zodra zij een doek
om haar hoofd knoopt.

Vera Vlieger

Heerlijk dit gedicht zitten lezen op het balkon na een gezellige thee met een medebewoonster van onze flat. Stof kan wel even wachten, te mooi weer.

kwijt

Gisteravond, terwijl Ton zich zat te ergeren bij de voetbal, zat ik heerlijk op mijn kamer achter de pc. daar heb ik een aparte bril voor. Toen ik afsloot en mijn gewone bril wilde pakken, zag ik die niet. Dan zal hij wel in de kamer liggen. Ook niet. Overal gekeken. Niet een, twee, maar wel drie keer. Ton daarna en nergens konden wij mijn bril vinden. Dat kan toch niet, maar het kon wel. Vanmorgen kwam nichtje M. op bezoek. Ha, dacht ik, jonge ogen. Ook zij ging het huis door maar niets te vinden. Vlak voor we weggingen liepen we nog een keer mijn kamer in, zij wees zo van’ daar was hij ook niet’ en toen zag ik hem liggen tussen allerlei draden. Gelukkig. En nu nog onze winterdekbedden, die hebben we nog steeds niet gevonden.

Ik weet dat er vroeger bij ons thuis ook dingen verdwenen die we nooit meer terug vonden. Kan niet, denk je. Kan wel, dat bleek.

Verder een heerlijke wandeling gemaakt en eindelijk de bon voor pannenkoeken verzilverd. En nu zo dadelijk Boer zoekt vrouw. Ik weet niet of het aan mij ligt, maar mijn belangstelling is tanende. Misschien ga ik wel afhaken. Genoeg andere leuke dingen te doen. Maar ik geef het vanavond nog een kans.

tv

Wij hebben onszelf getrakteerd op een nieuwe tv. Vanavond genoten van prachtige beelden van het wilde westen en opeens dacht ik: ik ga er foto’s van maken. Ik zie wel of het wat wordt. Het zijn streken op de tv waar ik nooit zal komen maar waar ik best wel geweest zou willen zijn. Nou, dan is dit een mooi compromis, heb ik er foto’s van of ik er geweest ben. natuurlijk weet ik dat het nep is, maar toch geniet ik ervan. Heel veel ging zo de prullenbak in, maar ook een aantal waarvan ik dacht: leuk dat ik ze heb.  Ik kan door bij zitten dagdromen en wie weet er nog eens bij schrijven. Zoals bij deze:

popelen

Popelen. Ik vind dit een leuk woord. Net of je een beetje staat te stuiteren van opwinding en dat is ook zo, al zie je dat niet altijd aan de buitenkant.
Bij jonge kinderen zie je dat aan hun ogen, gezichtsuitdrukking en bewegingen.
En ik? Wanneer popel ik? Popel je minder als je ouder wordt? Ik enigszins, maar als ik weer iets nieuws oppak met schrijven of fotograferen, dan popel ik om eraan te beginnen. Er zit dan een leuk soort spanning in me, vol verwachting. Maar ook met wat onzekerheid en dat is goed. Dan denk je er nog beter over na.

Popelen, ik hoop dat het nog heel lang bij me blijft horen.

Dit schreef ik gisteren in het schrijfcafe en dacht daaraan terug toen ik gisteravond naar het geweldige tv-programma keek over het geheime leven van vierjarigen. Daar zag ik kinderen popelen om aan een taart te komen, maar dat mocht niet. Heel hun lichaam seinde: ik wil een hap. Maar op een enkeling na bleven ze ervan af. Maar wat kostte dat een moeite. Prachtige tv.

anders

Vanmorgen zou ik gaan sporten maar het lijf zei even: stop. Dus lekker op mijn kamer aan de letter van de week zitten werken, de T. En tijdens het verplaatsen van een stapeltje papier kwam ik de volgende tekst tegen die ik graag wil delen. Het doet me denken aan de mensen die dromen van iets en het daarbij laten en de mensen die het verwezenlijken. Dat zie ik iedere zondag bij “Floortje naar het einde van de wereld”.

DE STEEN WAS IK.

Ik wilde iets anders worden.
Misschien me een pijl en boog aanschaffen, of iets snijden
met mijn mes. Wilde niet leven als er nog meer suikerbollen zouden
komen. Wilde dat overhemd met blauwe strepen niet hebben. Liep
de tuin in en schopte om mij heen. Hoopte dat ik mij zou snijden en
dat er bloed zou komen. Pakte een blad om het te pesten. Vroeg me
af of alles zwart kon worden. Vroeg me af of worst een aardappelen
kinderen konden krijgen, en of ze even aangebrand zouden zijn.
Hield mijn hand voor de zon totdat hij stierf. Wilde een gat graven en er
een steen in leggen. En de steen was ik.
En daar zou hij groeien.
En de steen was ik, en hij groeide uit tot een man.

Thomas Tidholm

hoogtijdagen

Een van de woorden waar ik deze week met vriendin N. over schreef was: hoogtijdag.

En al schrijvend herontdekte ik mijn vele hoogtijdagen en dat waren niet alleen dagen waarop iets geweldigs gebeurde zoals de geboorte van de kinderen, de niertransplantatie, de presentatie van het boek van Annemarie, nee, dat waren ook dagen van een stil geluk. Gisteren had ik wederom een hoogtijdag. Samen met jongste dochter naar Utrecht waar haar vriendin, ook met moeder, samen met ons naar een museum ging en daarna genoten we van een heel uitgebreide en heerlijk high tea. Vriendin E. had ik lang niet gezien, haar moeder ook niet en het was een heerlijk samenzijn waarop wij als moeders direct besloten: dit moet maar een traditie worden. En nu regent het buiten, zit ik rustig bij te komen, rommel wat op mijn kamer, eind van de middag gezellig bridgen en samen eten met familie. De goede momenten moet je pakken, oppoetsen en van de glans genieten want we weten maar al te goed, morgen kan het zomaar anders zijn.

moedertaal

Vandaag zou mijn moeder 94 geworden zijn. Ter ere van haar en alle moeders nu een gedicht over moedertaal.

MOEDERTAAL

Misschien slaap er nog iets diep in je hoofd
iets van de taal van de moeder

want taal kan slapen- je probeert te bedenken
wat je droomde terwijl de droom alweer verdwijnt
in een steeds donkerder wordende schemer nog
voor je de woorden ervoor terugvindt

bij het woord moedertaal zie ik een oude foto
een schemerdonkere slaapkamer en in het bed
een jonge vrouw met in haar schoot
een pasgeboren kind- mijn moeder en ik

ze buigt zich over mij en haar gezicht is
nadenkend alsof ze zich afvraagt wie ik ben
mij zoekt en zoekt naar woorden voor mij

ik herinner mij niets van wat ze zei maar
dat is misschien de taal van je moeder
slapende geluiden in je hoofd

Rutger Kopland

smaak

Vanmorgen, zittend in de zon op het balkon las ik:

Met gedichten is het
net als met koekjes.
Die zijn er ook in alle vormen
en maten. Om te weten wat je
lekker vindt, moet je zoveel
mogelijk verschillende koekjes
proeven. Dan ontwikkel je
je smaak.

Plint.

Dan moet daar natuurlijk een gedicht op volgen. Ik kies er een uit het prachtige verzamelboek van Plint: “Lees maar lang en wees gelukkig.” En ik kies een liefdesgedicht omdat het buiten zo lenteachtig voelt en (bijna) iedereen vanmorgen blij was met de zon en de verkiezingsuitslag.

ik noem je: bloemen
ik noem je: merel in de vroegte
ik noem je: mooi

ik noem je: narcissen in de nacht
waarover de wind strijkt
naar mij toe

ik noem je: bloemen in de nacht

Jan Hanlo

plataan

Deze week was de letter U aan de beurt en daar passen deze twee platanen mooi bij. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik in het midden wat takken heb weggehaald op de computer, maar dat mag, het is mijn foto.

Platanen, ik heb er altijd een zwak voor sinds ik ze voor het eerst overal in Zuid-Frankrijk zag. Maar ze zijn al sinds de Oudheid populair, toen als bron van schaduw in de landen rond de Middellandse Zee. Er is een beroemd verhaal over een plataan.

In 480 v.Chr. werd de Perzische koning Xerxes tijdens een veldtocht bevangen door de schoonheid van een plataan bij Sardes in Lydië (Turkije). Hij versierde de boom met gouden sieraden en andere offers en wees iemand aan die tot zijn dood voor de boom moest zorgen.

( Dit lees ik in het boek “De helende kracht van bomen”. Alleen vraag ik me in de laatste zin af op wie dat ‘ zijn’ slaat. Tot aan de dood van Xerxes, de bewaker of de boom?)

De boom staat symbool voor evenwicht en dat straalt hij ook wel uit vind ik.

Heb je pijnlijke ontstoken ogen, maak dan een compres van vers gestampte plataanbladeren. Heb je diarree en geen stopmiddel bij je, zoek een plataan en trek van wat bladeren thee en dat stopt de diarree.

Kortom, de plataan heeft voor ieder wat wils. Ik geniet vooral van zijn gevlekte schors en zijn vorm.

plataan

Afgelopen maandag scheen de zon en stond ik onder een enorme plataan met mijn nieuwe toestel. Even uitproberen natuurlijk. En als je later de plataan van een ander standpunt bekijkt, dan krijg je een heel ander beeld.

Ik herinner mij nog de eerste keer dat ik in Zuid-Frankrijk brede lanen zag met aan beide zijden platanen. Dat heeft indruk op me gemaakt. Maar de plataan heeft al eeuwen op allerlei mensen indruk gemaakt. Zo is er een bekende openingsaria uit de opera Serse van Händel waarin de bewondering voor de plataan en haar schaduw wordt bezongen.

Maar er zijn ook bomen die zo beroemd zijn dat ze een plek in de geschiedenis krijgen.
Er is in Tinjery, een dorp in Nagorno-Karabach, een 2036 jaar oude plataan die 54 meter hoog is en een omtrek heeft van 27 meter bij de basis. Er zit een holte in de boom met een oppervlakte van 44 m², waar meer dan 100 mensen tegelijk in kunnen. In de jaren 80 werd Tindjery gecertificeerd als de hoogste en oudste boom van de toenmalige Sovjet-Unie. Bij de boom ontspringt een waterbron die niet alleen de boom van water voorziet, maar al heel lang ook de landarbeiders.

Verder kijken »