Jan Splinter

Terwijl ik omringt word door de heerlijke stem van Leonard Cohen lees ik hoe Jan Splinter ooit door zijn levenswinter kwam. Slim.

De kreet: ‘wie helpt Jan Splinter door de winter?’ werd ingevoerd door PvdA- politicus Marcel van Dam. Hij protesteerde hiermee tegen de gevolgen van de overheidsbezuinigingen voor de gewone man.

Van Dam bedacht de naam Jan Splinter echter niet zelf. Vanaf de zestiende eeuw werd in de literatuur al over hem gesproken. Splinter zou een rentmeester van enkele zusterhuizen zijn geweest, die zich op zijn oude dag verwaarloosd voelde. Hij maakte de zusters daarop maar wijs dat hij erg rijk was en dat ze na zijn dood zouden erven. De zusters waren daarom voortaan vol aandacht voor hem. De kisten die zijn fortuin zouden bevatten, bleken na zijn overlijden echter gevuld te zijn met namaakgeld.

woorden

Op zoek naar andere dingen vind ik zo nu en dan iets anders en vergeet ik even waarnaar ik op zoek was. Zo ook vanmiddag. Bladerend in pagina’s vol gedichten stuitte ik op onderstaand gedicht. Ik heb het waarschijnlijk al eens eerder laten lezen maar daar wordt een gedicht alleen maar beter van. Het is van een van mijn favoriete dichters: Hanny Michaelis. Zij kan veel zeggen met weinig, gewone woorden.

Woorden: een dubieuze
lekkernij. De sappige
liggen zwaar op de maag.
Zelfs de droogste laten
een weeë smaak na. Toch
kan niemand erbuiten,
ik ook niet. Maar als
er dan met alle geweld
spraak gemaakt moet worden
dan liever kleinspraak.

Hany Michaelis
uit: Het onkruid van de twijfel.

oude wijze man

Dit verhaal kwam ik pas weer tegen. Ik weet niet of het waar is, maar wel is het wijs.

De laatste drie wensen

Toen hij op het punt stond om te sterven, riep Alexander de Grote zijn generaals bijeen en legde hen zijn laatste drie wensen voor.

Ten eerste wilde hij dat zijn kist gedragen zou worden door de meest vooraanstaande artsen uit zijn tijd. Ten tweede wilde hij dat de schatten die hij in de loop der jaren veroverd had, het goud, zilver en de edelstenen, op de weg verspreid zouden worden tot aan zijn graf; en… als laatste wens; dat zijn handen uit de kist zouden steken, zodat iedereen ze kon zien.

Na deze zeer ongewone wensen te hebben aangehoord vroeg één van zijn generaals Alexander: “Wij zullen uiteraard aan uw wensen tegemoet komen, maar kunt u ons ook vertellen waarom u specifiek deze zaken verlangt?

En Alexander antwoordde: “Ik wil dat de meest vooraanstaande dokters mijn kist dragen om aan te tonen dat zij GEEN macht hebben over de dood.

Ik wil dat de weg bezaaid zal worden met mijn schatten, zodat de mensen kunnen zien dat de materiële schatten die wij in ons leven vergaren hier achterblijven, en ik wil dat mijn handen door de wind worden gedragen, zodat de mensen inzien dat wij met lege handen zijn gekomen en ook met lege handen weer weggaan.

koude winters van weleer

Jaren geleden schreef ik af en toe wat voor het blad De Heerlijkheden van de historische vereniging Oud Heemstede-Bennebroek. Op zoek naar iets anders kwam ik onderstaand stukje tegen dat een beetje bij het weer van dit moment past. Niet dat het echt koud is, maar het ziet er buiten toch wat wit uit en hele volksstammen verlangen naar glad buitenijs waarop urenlang geschaatst kan worden, zoals in de winters die hieronder beschreven staan.

De winter van 1572-1573 was in koud. Alle wateren waren bevroren. De Spanjaarden die Haarlem belegerden waren nauwelijks op die kou voorbereid. Een van hen, Bernardino de Mendoca beschrijft een voor hen onbegrijpelijk tafereel:

…’Wanneer ze hun houten schoenen onderbinden, klompen in de vorm van pantoffels, waarvan het voorstuk overeenkomt met de Spaanse abarcas of Moorse sandalen, dan gaan zij met zo’n zekerheid vooruit dat de boerinnetjes op hun hoofd manden met eieren of andere zaken dragen en dat nog wel in een ongelooflijke snelle vaart, vooral als de wind tegen hun achterste waait, want dan is er geen paard dat hen bij kan houden. De snelheid van deze schaatsenrijders is zo groot, dat men zou zeggen dat zij vliegen en een man kan zonder zich te vermoeien gedurende enige mijlen een slede voortduwen, die beladen is met zijn vrouw, kind, 150 kilo boter en evenveel kaas’…

…De bekende winterlandschappen van Breughel en Avercamp laten zien dat het in de winters rond 1600 al een drukte van belang was op het ijs. De eerste toertochten werden gereden. In oude kronieken wordt verhaald van vier Zaankanters die al in 1676 een rondrit door Noord-Holland maakten waarbij ze 12 steden aandeden.

Avercamp

rijp

Deze rijpe dame ging gisteren opgetogen naar buiten om de rijp in de straat te fotograferen. Wat een genot om zo langzaam rond te dwalen, te kijken, te genieten. En dan thuis later nagenieten als de vingers en tenen weer op temperatuur zijn gekomen. Helaas is het uitzicht vandaag weer ‘gewoon’. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog. Bij de sport staat op dit moment de spreuk: Als je wacht tot je er klaar voor bent, wacht je de rest van je leven.
Gelukkig heb ik gisteren niet gedacht: morgen doe ik het wel. Anders hadden jullie deze foto’s niet kunnen bekijken en had ik niet zo kunnen genieten. Klik op de foto om hem te vergroten.

schrijfkaart

Vanmorgen bij het schrijfcafé trok ik een kaart om over te schrijven waarop stond:

Als iets niet klopt, dan voel je dat. Je kunt er niet altijd de vinger op leggen wat het precies is, maar je voelt dat het niet klopt. Later, als dingen uitgekristalliseerd zijn zeg je dan ‘het heeft zo moeten zijn’. Maar of dan ook het waarom altijd boven krijgt, dat weet ik niet.
Je ziet oorzaak en gevolg maar je begrijpt het niet altijd. Er zijn zoveel dingen in ons leven die niet lijken te kloppen, maar je moet verder. Er blijft dan wel een onrust in je die pas verdwijnt als je de betekenis van het gebeuren begrijpt. Maar vaak gebeurt dat niet en blijft die vage onrust de kop opsteken. Moet je er dan zelf maar een betekenis aan geven om het af te kunnen sluiten? Ik denk niet dat het werkt. Je kunt jezelf niet zo voor de gek houden. Dus zo stellig als bovenstaande bewering klinkt is het volgens mij niet altijd.

anders dan gepland

Dit weekend is anders gelopen dan gepland. Weken geleden hebben I. en ik afgesproken samen met de mannen uit eten te gaan bij onze plaatselijke geweldige Chinees. Met Ah-bonnen. Het regende, maar we werden opgehaald door I. en I. en even later gingen vrolijk het restaurant binnen. ‘ Heeft u gereserveerd?’ Jazeker. ‘Onder welke naam?’ ‘ Van der eem’, zegt I. ‘ ‘Waarom heb je niet onder je eigen naam gereserveerd’, vraag ik aan I. ‘Ik heb niet gereserveerd, dat heb jij toch gedaan?’ Nee dus en het was helemaal vol. Nu kun je er de pest in krijgen, maar dat heeft geen zin, wij lachen er dus om, de mannen duidelijk minder. Maar we hebben mee naar ons huis genomen wat we daar zouden willen eten en hebben een genoeglijke maaltijd gehad, lekker bijgepraat en gelachen. Het ging tenslotte om het samen lekker eten en kletsen en dat hebben we dus gedaan.

Vandaag zou ik mijn vrije reis gebruiken om naar C. in Vught te gaan en samen dan naar Tilburg. Maar code geel van het KNMI, dus om half acht vanmorgen met elkaar gebeld en besloten het op een andere dag nog eens te proberen. En zo ben ik dus lekker op mijn kamer aan het rommelen, ben met Ton naar de bieb gelopen en ga zo weer even rusten. Deze zondag is duidelijk een rustdag. Ook heerlijk.

ik wil een leeuw

Gisteren een telefoontje van onze A: ‘ben je thuis, dan kom ik even een boek langs brengen.’

En daar was het: ik wil een leeuw. Prachtig is het, een genot voor kinderen en volwassenen om samen te kijken, te lezen, te ontdekken. Vanaf 11 februari in de winkel. Dit is een boek dat je moet kopen, zo mooi.

stof wacht wel

Ik heb gelukkig nooit het dwangmatige ‘ vandaag is het wasdag/poetsdag enz. gehad. Mijn adagio is: stof wacht wel, mooi weer niet. daarom is het gedicht dat onze A. op internet vond en doorstuurde me uit het hart gegrepen. Omdat ik denk dat ieder dat niet moeilijke Engels wel kan lezen, vertaal ik het niet, want dan gaat de charme verloren. Klik erop om te vergroten.

mist en gebroken beestjes

Hoger wonen geeft niet alleen prachtige wolkenluchten maar ook bij mist, lopend naar de voordeur ziet het er prachtig uit. Hopelijk wordt de mist niet te dik en gaat het ijzelen, want vanavond ga ik met vrienden met de trein naar Rotterdam. En ik wil natuurlijk wel vannacht gewoon thuis slapen. Maar zover is het nog niet. Ik zit nu heerlijk op mijn kamer en heb net weer een gedicht gelezen van Joke van Leeuwen. Haar werk is altijd een feest om te lezen. Neem nu het gedicht

Lijmen

Ik had drie beestjes,
drie beestjes van steen.
Een vogeltje.
Een veulentje.
Een varkentje.

Ze zijn gevallen.
Ze braken stuk.
Ik heb ze gelijmd.
’t Is bijna gelukt.

Ik heb drie beestjes,
drie beestjes van steen.

Een volentje.
Een veukentje.
Een vargeltje.

Joke van Leeuwen

Zelfs als volwassene geniet ik hiervan en zie ik het helemaal voor me.

Verder kijken »