Vanmorgen ben ik weer met oude pioenen aan het spelen geweest in de keuken. Natuurlijk met mijn fototoestel. Van deze werd ik erg blij en misschien kies ik deze wel voor een mogelijke tentoonstelling over een tijd. Klik erop om te vergroten.
weer gespeeld
een klein wonder
Ik schreef gisteren over de dichtavond in Gelderland en over mijn favoriet die avond Sylvia Hubers. We kregen dit gedicht van haar mee en omdat het zo’n hoopvol gedicht is typ ik het voor je over:
Iets kleins doen
We moeten iets kleins doen.
Een klein wonder
moeten we verrichten.
Eén klein persoonlijk wonder,
één wonder moeten we verrichten
per persoon.
En dan, als iedereen dat gedaan heeft,
één klein wonder verrichten,
dan tellen we de wonderen
die ontstaan zijn bij elkaar op.
En dan, dan hebben we
een groot wonder.
Kijk: zo simpel zit nu eenmaal
een groot wonder in elkaar.
Sylvia Hubers
een slinger van dichters
Je hebt van die avonden die je niet vergeet. Zo’n avond was vrijdagavond. Ton en ik waren naar Brummen gegaan omdat ik samen met M. daar een dichtersavond zou bijwonen. M. en ik op de fiets over prachtige stille weggetjes met links en rechts oude boerderijen, landhuizen, weilanden of bossen.
Bij een piepklein schoolgebouw moesten we verzamelen en daar stond ook een soort sprookjeshutje met het opschrijft “ afhaalpoëzie”. We kregen een menukaart met de titels van allerlei gedichten en daar mochten we er een uit kiezen en de dichter in het huisje las het dan aan je voor. En, je kreeg het gedicht ook nog mee. Ik koos de titel:” Gebroken dromen lijmen”. Wat een speciaal begin. Daarna werden we in groepen ingedeeld en fietsten we van locatie naar locatie waar steeds een andere dichter optrad. En bij zo’n locatie moet je denken aan de tuin van een landgoed, de boomgaard bij een boerderij, bij een vijver met luid kwakende kikkers bij een buitenhuis enz.
en hoe donkerder het werd, hoe meer lampjes gingen er branden rond de dichters. Onze laatste plek bereikten we in het bijna donker via een smalle zandweg die bezaaid was met kuilen vol water. Het werd dus ook nog spannend.
Na afloop wijn en gesprekken over de dichters. Onze favoriete was de voormalig Haarlemse stadsdichter Sylvia Hubers. En toen was het al tegen twaalven en moesten we nog in het pikkedonker naar huis fietsen. Mijn voorlicht bleek het niet te doen doen, dus richtte ik me op het achterlicht van M. en de strepen langs de weg. Maar M. zwaaide geregeld van links naar rechts en dat was moeizaam volgen, maar bij Brummen aangekomen waren er weer lantaarnpalen langs de weg en thuis was er een heerlijk glas wijn ( of twee).
Het werd dus laat. Niet voor Ton want die lag allang op bed. De volgende ochtend zijn we langs I. en W. gegaan op de camping in Beekbergen. Het miezerde de hele dag maar we zaten gezellig in de voortent tot het tijd werd om de files op te zoeken.
En nu is het zondag, eind van de middag en heb ik net een Thaise massage achter de rug. Wel, als dit geen weekend is om niet te vergeten, dan weet ik het niet meer.
teveel
“ Er is te weinig weinig”,
regel uit gedicht ‘ Ligstoel 1’ van Herman de Coninck.
Er is te veel te veel. Te veel informatie, geluiden, prikkels, moeten.
En dan is het heerlijk om van te veel naar veel, minder en weinig te gaan. Want om gelukkig te zijn hebben we niet veel nodig. Veel brengt veel zorgen met zich mee, verantwoordelijkheid.
Veel bewaren betekent geregeld tegen te veel stapels en dozen oplopen. Die moeten opnieuw doorgenomen worden: wat blijft, wat mag weg en wat is nog niet zeker. Wat blijft moet weer ergens opgeborgen worden met de andere blijfsels en de twijfelgevallen.
En zo blijf ik dus jaar in jaar uit mijn kamer opruimen. Waarom sorteer ik niet direct veel strenger? Omdat ik zoveel waardevol vind en altijd denk: daar kan ik misschien nog wel wat mee.
Weinig is overzichtelijk, geeft rust aan de geest, schept ruimte voor nieuwe dingen. En die nieuwe dingen bewaar ik dan weer omdat ik ze waardevol vind. En zo wordt bij mij weinig altijd weer meer, veel en soms teveel.
40
Gisteren, veertig jaar geleden, werd onze jongste geboren. We hadden dezelfde zuster in het ziekenhuis als twee jaar daarvoor bij onze oudste en de zusjes leken vlak na de geboorte erg op elkaar. Later veranderende dat maar de laatste tijd is het weer net als veertig jaar geleden. Ze worden zelfs als tweeling gezien. Helaas schatte een dame de jongste als oudste in toen ze hoorde dat er twee jaar verschil in zit. Maar in die veertig jaar zijn ze allebei uitgegroeid tot mooie, sterke en sociale vrouwen. Dochters om trots op te zijn en dat zijn we ook.
Opvoedend gedicht
Wie kent niet het gedicht’ Jantje zag eens pruimen hangen’ van Hiernonymus van Alphen (1746-1803). Veel kindergedichten heeft hij niet geschreven ( 66) en aanvankelijk schreef hij ze voor zijn eigen kinderen. Hij ging ervan uit dat kinderen allerlei deugden konden aanleren en vond ook dat leren spelenderwijs moest gebeuren. Heel vooruitstrevend als je kijkt in welke tijd hij leefde.
Het volgende gedicht vind ik een mooi voorbeeld van hoe hij een kind iets wil leren, al is het voor onze tijd wel moraliserend.
De onbedagtssaamheid
Zie Keesje! Deze dode mug
Vloog nog zo even blij en vlug.
Maar ’t is door onbedagtssaamheid,
Dat hij nu dood op tafel leit.
Hij had in ’t kaarslicht zulk een zin,
En vloog er onvoorzigtig in.
Nu ligt hij daar; maar ’t is te laat;
Er is voor ’t mugje nu geen raad.
Zij werd bedrogen door den schijn.
O! Laat ons dit tot lering zijn,
Dat, eer men iets gewigtigs doet,
Men zich wat lang bedenken moet.
Eén uur van onbedagtssaamheid
Kan maken dat men weeken schreit.
Hieronymus van Alphen
argwanende duif
Ooit een duif argwanend naar een mens zien kijken? Deze doet het. Klik op de foto om hem vergroot te zien.
pop
Ik zag laatst gebreide poppen liggen en moest er gewoon twee mee naar huis nemen, want daar kon ik nog wel wat mee een keer. En jawel, leuk om te fotograferen, maar de omgeving binnen was wat saai. Dan maak ik gewoon een andere omgeving waarin de pop zit. Goed om dat ook weer eens te oefenen. Als je deze pop ziet dan snap je toch dat ik hem gewoon mee moest nemen? Wel betaald natuurlijk.
drenken
Sinds de stroom vluchtelingen over zee zo enorm is toegenomen, zien we helaas ook velen die niet veilig de overkant hebben gehaald. Ik moet daaraan denken als ik het woord ‘drenkeling’ zie staan.
Drenken betekent: doen drinken. Je drenkt dorstige paarden, jijzelf drinkt er dan wat ander water bij. Dat gaat in een rustig tempo en je kunt ermee stoppen wanneer je wilt en het water komt niet in je longen.
Als iemand op zee overboord valt en verdrinkt omdat hij teveel water binnen krijgt, dan is hij eigenlijk een ‘ drinkeling’.
In oude teksten wordt het wordt ‘drenken’ gebruikt in de betekenis van ‘ drinken’. In de 17e eeuw noemt men een verdronken kalf al een ‘drenkt’ kalf. En zo kan het komen dat wij degenen die door verdrinking om het leven komen een drenkeling noemen. Wat moet je wanhopig zijn om het risico te nemen om in zo’n boot te stappen. En wat ben je gewetenloos als je die mensen in de boten midden op zee in de steek laat of de boten overvol stopt alleen voor geldelijk gewin.
geluid
Soms verlang ik naar het bijna niet geluid van een maaiende zeis die de bermen kortwiekt. Naar het vredig geratel van een handgeduwde grasmaaier. Maar nooit, nooit verlang ik naar het vreselijke geluid van die elektrische grastrimmers die iedereen schijnt te gebruiken. Dat geluid staat in mijn top drie van vreselijke geluiden. Wat die andere twee zijn weet ik nog niet precies. Vanmorgen om half acht werd ik gewekt door een doordringend schel geluid. Niet mijn wekker want die miauwt als een poes, nee, het was de gemeentelijke bermwerker met zijn grastrimmer. Weg was mijn aangename ochtendgevoel, ergernis kroop binnen maar verdween toen het geluid ook in de verte verdween. Ik sliep weer in en was net op tijd wakker voor mijn bezoek.
Afgelopen dagen was ik in Zutphen. Mijn broer lag in het ziekenhuis en mocht maandag naar huis en ik had de tijd en wilde ook bij hem zijn en helpen indien nodig. In de ochtend ging ik even naar M. en K. in Brummen en die hebben drie katten. Wij dachten dat Beppie, de kleinste steeds aan het miauwen was. Later bleek het mijn telefoon te zijn. Was nu niet handig, maar vaak is het wel vermakelijk als hij gaat in een winkel of in de trein. Je ziet mensen dan rondkijken en zoeken naar en kat. Maar dat blijkt dus mijn beltoon te zijn.
En nu dus weer thuis en een rustdag, heerlijk op het balkon of even naar het dorp lopen. Of iets schrijven op Fluweelbloem.