Soms loop je een rondje door een stuk natuur dat je al kent, maar sla je net een ander pad in, dan kom je misschien waar je nog niet geweest was. Dat gebeurde mij van de week. Ik wilde naar het parkje Meermond maar nam nu eens een andere ingang en dan ziet datzelfde stukje bos er toch weer anders uit. Eiken zijn eiken, lindes blijven lindes, dat is waar maar praktisch geen enkele boom van dezelfde soort heeft ook dezelfde vorm, grootte, dikte enz. Ik liep met mijn fototoestel en aantekenboekje en dan word je bijna altijd wel even aangesproken: ‘wat bent u aan het doen?’ Hier ook, en dat vind ik wel leuk. Toen ik tegen het einde van mijn rondje aangesproken werd en vertelde dat ik naar spinnen keek en zo’n kleintje aanwees zei de mijnheer: ‘ nou, als je echte spinnen wilt zien, dan moet je naar Australie. Daar zijn deze spinnetjes niets bij.’ En zo hebben we zeker een half uur over dat verre mooie continent staan praten en onze ervaringen vergeleken.
Maar ieder gebied heeft zijn eigen schoonheid. Zo’n watertje met overhangende bomen aan de ene kant en weilanden met slootjes aan de andere kant, dat vind je alleen hier. En dan zie je zo’n klein wilgje dat weet dat het aan de waterkant hoort te groeien, maar per ongeluk in het water terecht is gekomen en daar net doet of er niets aan de hand is. En bladeren waar het bladgroen uit weg gegeten is en waardoor de nerven zo mooi te zien zijn. En nog zoveel meer dat je kunt ontdekken op een klein stukje grond, als je maar langzaam genoeg loopt en goed om je heen kijkt.