over liggen en keren

Onze Australische logé is uit logeren en ik ging vandaag met drie vriendinnen in Haarlem Hollandse luchten bekijken in De hallen. Mooie tentoonstelling. Vanavond wat rondgelezen in enkele dichtbundels en bij dit kleine gedicht van Chr.J. van Geel moet ik altijd glimlachen. Ik zie het beeld helemaal voor me.

ARS POETICA

Waar puin ligt en een oude fiets
keerde mijn schoen een kistje om,
ik keerde op mijn schreden,
keerde het om, ik dacht misschien,
ligt het toch liever andersom.

Als ik filmer was zou ik hier een kort filmpje zonder geluid van maken. Het lijkt zo’n simpel gedicht maar het zit zo mooi in elkaar. De herhaling van de woorden ‘ keerde’ die dan iets anders betekenen. De herhaling van ‘ ligt’ in de eerste en laatste regel. Iedere keer weer heerlijk om het te lezen. Dat is het fijne van poëzie, je kunt het eindeloos herlezen en het kan steeds anders op je inwerken.

het ontstaan van woorden

Ik heb een heel leuk boek: ‘ van Aalmoes tot Zwijntjesjager’ en daarin wordt de oorsprong van woorden uitgelegd. Ik zat het zo eens door te bladeren tot mijn oog op het woord Ghaza viel, de streek waar ook zoveel verdriet en ellende is.

Het hele stukje gelezen en ik pak er wat uit.

Het woord waar het over gaat is GAAS.

‘ Gaas is de naam die men geeft aan verschillende soorten luchtig en doorschijnend weefsel. Het is zeer waarschijnlijk dat wij de stof en tevens de naam ervan in de periode van de Kruistochten in West-Europa hebben overgenomen.de naam is afgeleid van de stadsnaam Ghaza, in de bekende Ghazastrook die door Israel is bezet. Dit is een verschijnsel dat tamelijk dikwijls voorkomt: het woord krijt is afgeleid van het eiland Kreta. Perkament komt oorspronkelijk uit de stad Pergamum in Klein-Azië; het woord krent komt van de stad Korinthe; de bajonet ontleent haar naam aan de stad Bayonne; pistool komt van Pistoia, de magneet aan Magnesia in Klein-Azië. En tenslotte heet de kalkoen naar Calcutta, in het engels Calicut, een vreemde vergissing, want de kalkoen stamt uit Amerika!’

Zo, dat is een leerzame maandagmorgen. Ik ben niet zo in topconditie dus zo wat rommelen in boeken en achter de pc is dan niet zo gek. En bovendien, het regent dat het giet en zelfs op het overdekte balkon is het dan niet lekker. En er schijnt een bui aan te komen die niet eens op buienradar past. Ik ga nog wat verder lezen en tussendoor toch even de stofdoek laten wapperen. Heb ik voor mijn gevoel toch nog wat gedaan in huis.

overgang

Hoe maak je een overgang van een tragedie naar het gewone leven dat, inderdaad, gewoon doorgaat? Je zoekt bij foto’s en gedichten en zo kwam ik dit gedicht tegen.

Oude bereklauw

Ruig en breed staat hij
af te knappen in mijn tuin,
in zijn uitgevallen kruin
huizen slakken, traag en zwart

En groot dat hij groeide
net een boom uit een sprookje
vergiftig en boos, met de rest
van de flora geen flikker te maken

En nu dit – zijn bladeren
eens in groen etages flapperen
als zemen vol gaten om zijn rabarber-
gelede stam, tochtig en hol

Oude bereklauw, aan het eind
van je Latijn midden in de
zomer door niets gestut dan
mijn blik, mijn groene herinnering.

J.Bernlef
Uit: Gedichten 1970-1980


de gestorvene

DE GESTORVENE

Zeven maal om de aarde gaan,
als het zou moeten op handen en voeten;
zevenmaal om die éne te groeten
die daar lachend te wachten zou staan.

Zeven maal om de aarde gaan.
Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die éne doen keren.
Zeven maal over de zeeën te gaan –
zeven maal, om met zijn tweeën te staan.

Ida Gerhardt

Vandaag komen ze voorgoed naar huis. Nooit zullen ze meer met elkaar samen staan. De vlaggen hangen buiten halfstok, uit eerbied voor de slachtoffers. Die eerbied hebben ze verdiend, ook onze gedachten en/of gebeden. Maar dat alles helpt hen niet, zij zullen het niet meer weten. Maar het is het enige dat wij kunnen doen. Je steekt een kaars op, noemt hun namen en denkt aan ze. Dat voelt zo schraal, en nu staan wij nog maar aan de zijkant. Wat als je middenin deze draaikolk van verdriet zit, het is niet te bevatten wat een verdriet dat is.

even niet

Ik neem even pauze i.v.m. jong gezin in het vliegtuig dat ik ken.

meeuw

Van de week in het schrijfcafe hoorde ik dit kleine gedicht:

Bijna nooit

Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug.

Judith Herzberg

Soms doe ik net als een vogel. Pak mijn fiets en ga gewoon fietsen en ik zie wel wat ik tegenkom. Maar dan komt toch de aarzeling: rechts, links of rechtdoor? Of maar weer terug? Echt gaan als de vogel, je gewoon laten gaan waar de wind je brengt, dat moet ik nog leren.

Als ik hier op vier hoog naar buiten kijk, en dat doe ik heel veel, dan zie ik bijna iedere dag meeuwen rondzweven. Als ik een vogel zou mogen zijn, dan zou ik een meeuw willen zijn. Lekker met je voeten in het zeewater staan op zoek naar wat vers zeevoedsel, of gewoon met de anderen wat staan te staan. En als het water hoger wordt, dan je lekker laten dobberen op de golven. En als er een vissersboot langskomt, dan kijken of er wat te halen valt.

Maar ook het zweven op de wind, aan de kust of boven de stad, dat lijkt me geweldig. Even een wentel met je wiek en je zit weer in een hogere luchtstroom. Geweldig. Maar ik beloof: ik word geen schreeuwmeeuw.

En Ton? Ton wil een merel zijn vanwege de prachtige zang. Oei, wat zegt dat over mij dat ik daar niet eens aan heb gedacht?

Misschien heb ik onbewust voor het zweefvliegen van de meeuwen gekozen omdat vliegen symbool staat voor het ontsnappen aan fysieke beperkingen van het aardse leven. Wel, eigenlijk ben ik dus heel diepzinnig geweest met mijn keuze. Nu kan ik gerust gaan slapen.

de gekroonde harlekijneend

Kettingreactie

Met woorden alleen kun je een heel eind komen. Ze roepen bij de lezer beelden op die weer andere beelden ophalen. Neem het woord ‘eend’ en ieder die het leest ziet zijn eigen eend, hoort er misschien geluiden bij, of waant zich weer kind, het broodzakje in de hand, de andere in die grote veilige hand. Of misschien proeft de lezer wel een medium eendenborst met knapperig huidje, ingesmeerd met honing.

Maar denkend aan het woord ‘eend’ kun je ook je fantasie laten gaan en even voor God spelen: neem van een aantal eenden de mooiste onderdelen, schuif er wat mee en voilá:

 de gekroonde harlekijn

door een lange glijpauze in de vlucht
wordt de isabelkleurige vleugelspiegel zichtbaar
boven de okere oksels met afhangende veren

dan worden ijsblauwe voeten naar voren
geduwd, de landing wordt ingezet en hoog
op het water liggend toont mijn eend zijn pracht

de gekuifde kop met waaiervormige
bakkebaarden gloeit smaragdgroen op
bij ieder kirrend ‘kriet kriet’

dan is de show voorbij en voor hij
onder water duikt toont hij als groet
zijn vosrode handpennen

 marisca

vriendschap

Om een nieuwe vriendschap te laten
ontstaan, vooral tussen vreemdelingen,
moet een vonk waarmee beiden in het
geheim geladen waren, overspringen en het
toeval van plaats en tijd overschrijden.

 George Santayana

kan een dier heimwee hebben

Als ik deze dieren zo bekijk, dan bekruipt me een gevoel van deernis. Zoals de leeuw en de leeuwin in de verte kijken, net alsof ze in gedachten het beeld zien van de uitgestrekte vlaktes waar ze al eeuwen hebben gejaagd. Maar misschien zijn zij ‘ gewoon’ hier in Europa geboren, in gevangenschap. En zoals die apin kijkt, je hart breekt bij haar trieste blik. Kan een dier heimwee hebben? Zelfs naar iets dat zij niet zelf hebben mee gemaakt? Zoals het vrij in de bomen rondslingeren, het eten van fruit aan die bomen wanneer ze zelf willen. Heimwee heeft geen woorden nodig, dat voel je. En die pinguin die hier een klein, wat onfris uitziend bassin heeft en daar een rondje kan draaien,  heeft hij heimwee naar de zee? naar het vrij in het water duiken en zwemmen waarheen je wilt en hoe lang je wilt? Ik weet het niet, maar als ik kijk naar hun gezichtsuitdrukking, dan moeten zij zich niet happy voelen. Maar dat is wel een lekeninterpretatie die niet op enig onderzoek is gestoeld. Maar toch.

vikingen in noord-holland

Stel je voor: Noord-Holland ( dat toen natuurlijk nog niet zo heette) zo rond het jaar 810. Het is al laat in de avond en je bent op pad en staat op het duin, uitkijkend over de zee. En daar komt, uit het niets, een boot aan van een soort die je nog nooit hebt gezien. Later zal zo’n boot een ‘ drakenboot’ genoemd worden. En omdat je hebt geleerd voorzichtig te zijn met met onbekende mensen, ren je naar je dorp in het veen en waarschuwt de mensen. Zij verstoppen zich in de bossen en wachten af wat er gaat gebeuren.

Stel je voor: je vaart rond het jaar 810 in je open boot langs een onbekende kust, ver van huis. Je bent op pad gegaan met de andere Vikingen op zoek naar buit, naar land, naar veroveringen. Twee eeuwen later wordt in de Egissaga, een van de oudste sagen uit Noord-West-Europa beschreven wat de bemanning van het drakenschap zag.

‘ Eens op een nacht, toen het stil weer was, voeren ze de grote rivier op, waar het moeilijk was te landen en het water voor de oevers over een grote afstand ondiep was. Op het land waren vlakten en dichtbij waren bossen. De velden waren nat, omdat het veel geregend had. Daar gingen ze aan land en lieten een derde van de bemanning achter om het schip te bewaken… Ze kwamen weldra bij een dorp, waar veel boeren woonden. Het volk vluchtte het dorp uit, het land in. Maar de Vikingen achtervolgden hen. Daarop kwamen ze bij een ander dorp en een derde…’

Uit de tekst van deze saga ( ik tik maar een heel klein stukje over) blijkt dat de nederzettingen toen en daar direct langs de rivier lagen en dat de veenontginning in Noord-Holland veel eerder is begonnen dan tot voor kort werd gedacht. En dat zij er grootschalig ontgonnen landbouw aantroffen. Weilanden, sloten, bruggen, nederzettingen. Jammer dat ze in die tijd nog geen film hadden want wat een mooi gezicht zal dat geweest zijn, zo een onbekende streek binnen te zeilen, voor anker te gaan en met een deel van de bemanning op onderzoek uit te gaan. Maar wat een angst ook voor de bewoners van de streek. Want zij zullen ondervinden dat de Vikingbendes niet op gezelschapsbezoek kwamen.

Dit inkijkje in de historie van mijn geboortestreek las ik in het boek ‘Noord-Holland’, woordkunst in waterlicht.

Ik las op internet nog iets interessants: het woord Viking duidt mogelijk op een jongere zoon die het ruime sop moest kiezen om als handelaar of zeerover te gaan varen, want de erfenis ging naar de oudste broer. Noorman duidt iedereen aan uit Denemarken, Zweden en Noorwegen.

Verder kijken »