pronken met andermans veren

Dat is precies wat ik nu ga doen: pronken met andermans veren. En die andermans zijn twee kippen/hanen uit de kinderboerderij. Het thema van ons kleine fotogroepje was: abstracte dierenfoto. Zie hier een deel van mijn buit:

Natuurlijk ook even gekeken naar spreekwoorden over veren, maar dan naar voor mij onbekende:

Hij kan geen veer van de mond blazen. = hij heeft geen kracht meer; hij is op. Dit naar een oud gebruik om een overledene een veer op de mond te leggen om na te gaan of hij misschien toch nog ademt.

Iemand een veer uit zijn staart trekken. =hem beroven van zijn beste dingen.

Hij hield geen veer in zijn nest.= hij had niets meer over. Vooral gebruikt als iemands inboedel wegens schuld werd verkocht.

Mooie veren maken mooie vogels.= kleren maken de man.

Vlieg eens zonder veren! = Maak eens een vuist als je geen vingers hebt. ( Fries gezegde voor de heer Tamminga)

En wil je de veren van de foto’s in het groot zien: klik op de foto.

vogelvlucht

Vanavond zat ik op de pc wat oud werk van mezelf te bekijken en opeens zag ik deze collage van een vogelvlucht die ik jaren geleden heb gemaakt. Het deed me denken aan de vogels die vorige week in een groep om elkaar heen zweefden en zwierden en omdat het na al die woorden nu wel eens tijd wordt voor een afbeelding heb ik deze gekozen.

zo’n heerlijk ouderwets treintje

‘ het treintje met een hooggepijpte, reikhalzende locomotief en met klapperzieke houten portiertjes. Het stopt aan alle stationnetjes en verzint voortdurend en spontaan onverwachte stopplaatsen tussen boomgaarden en langs plichtmatig murmelende beekjes aan welks boorden slaperige koeien Narcissus staan na te doen… En er zijn geen stationschefs die zich met het treintje durven bemoeien, geen keurige mijnheren met veel te nette scharlaken petten en veel te deftige lakense jassen. Hier is de conducteur de baas. En als hij na een langdurig en beminnelijk gesprek met een zojuist uitgestapte boerin besluit dat we verder zullen gaan, ontrolt hij fier zijn grote groene seinvlag, omdat het feest is als je vertrekt. En de machinist kijkt vanuit het raampje van zijn aamborstige maar onversaagde koffiemolen en knikt glimlachend:’ Ja, we gaan.’ En dan piept de reumatiek in de oude ijzeren gewrichten, een schok van ontroering loopt door alle buffers en wij rijden lustig klepperend door de weiden. En alle bomen wuiven, de koeien loeien en de heuvels zijn bespannen met groen fluweel.’ …

Dit heerlijke citaat komt uit het boek dat ik al vaker heb gelezen en dat weer op mijn nachtkastje ligt. Overdag ligt het op hetzelfde kastje dat dan echter geen dagkastje heet maar nog altijd nachtkastje. Vreemd. Het boek is geschreven door Daan van der Vat ( als dichter bekend als Daan Zonderland) en het heet: ‘Een ongeneeslijke verbijstering. Over Engelsen en andere bezienswaardigheden.’ een genot om weer te lezen. Wat een heerlijke taal en wat een bijzondere kijk op het leven in Engeland.Snap je nu waarom ik gewoon boeken moet blijven kopen? Dan kun je ze herlezen wanneer je wilt en erin schrijven wat je wilt. En we hebben nog een plank vrij in onze mooie nieuwe boekenkast.

En ik wil afsluiten met het fantastische bericht dat de scan van neef A. goed was!

Van klauwtje naar klauwtje

Gisteren iets te snel getypt en ook niet goed nagekeken. Maar dan is Ibo er en wijst mij erop dat het geen klauwtjes zijn maar kauwtjes. En dat tegenwoordig de Vlaamse gaai gewoon Gaai heet. Tja, ik ben duidelijk achter geraakt. En er waren niet alleen stormmeeuwen rond ons huis, maar ook zilvermeeuwen, kokmeeuwen en de kleine mantelmeeuw. Tja, ook duidelijk gezakt als meeuwenkenner. Maar gelukkig leest mijn buurman op afstand altijd met me mee. Oh ja, dat ‘fjieiet’ ik waarschijnlijk een vink. Zo zijn jullie ook weer op de vogelhoogte.

Balkon

Als ik dit type zit ik met Ton lekker op ons balkon. Net als gisteren, maar nu zonder vrienden en familie. Ik was bang de vogels te missen hier op vier hoog, maar dat valt gelukkig mee. Gisteren wees I. me op gierzwaluwen, een stormmeeuw, ikzelf had de zwaan al gezien die op zijn dooie gemak oversteekt en al het verkeer laat wachten. Dan glijdt hij de volgende sloot in. Zeg je eigenlijk sloot tegen zo’n water door je dorp? Er staan geen koeien, paarden of schapen aan de andere kant van het water maar huizen. En ik zie een stel Vlaamse gaaien geregeld langs vliegen. En dan de meeuwen, de klauwtjes, de duiven en eksters. Ik hoor de merel, de tjiftjaf, de vogel die ‘fjieiet’ steeds achter elkaar fluit. Net alsof hij op zijn vingers fluit naar een mooie vrouwvogel die langskomt. Er is dus genoeg vogel om van te genieten. En ons balkon heeft zich al gevuld met planten. Dus je snapt waarom wij er zo graag zitten. Oh ja, af en toe een fietsenbel en een zwaaiende vriend of vriendin beneden, dat is ook heel leuk. Kortom, we zitten niet alleen binnen te genieten maar ook buiten.

« Previous Entries