Als ik ergens loop zonder fototoestel en ik zie iets dat mijn aandacht trekt, dan maak ik van mijn hand een kokertje en kijk daardoor. Dan heb ik een idee hoe een foto eruit zou kunnen zien. Het is inmiddels wel bekend dat ik graag oude muren en muren met opschriften, scheuren enz. fotografeer. Daarom vond ik onderstaand citaat uit ‘ Boy’ van Bernlef zo leuk:
…Hij maakte een kijker van zijn rechterhand en tuurde zo naar de huizen naast de spoorbaan.’Ik heb laatst een blinde muur gefotografeerd,’ zei hij. ‘ Een prachtige foto, al zeg ik het zelf. Ieder steentje is anders. Je kunt er de lichtval aan aflezen, de verschillende diktes van de specieranden, de lichte brokkeling aan de randen.’
‘ Een blinde muur,’ zei William. ‘De uitdrukking zegt het al. Omdat mensen er niets in zien, verklaren ze de muur voor blind.’
John lachte…
Voor mij bestaan er eigenlijk geen blinde muren in de betekenis van: niets aan te zien. Ik zie bijna overal wel iets in, of aan.
In het boek staan genoeg stukken om te citeren, maar ik pak er nog een korte uit.
…De weilanden gingen over in laag glooiende, vaalgroene duinen. Hij zag een man met een jutezak lopen, waarschijnlijk een stroper die achter konijnen aan zat. Coney Island was een verbastering van Konijnen Eiland, zoals de eerste Hollandse emigranten dit gebied in de zeventiende eeuw hadden genoemd. Als die Hollanders het indertijd een beetje slimmer hadden aangelegd zou New York nu een Hollandse stad zijn geweest en werd er over de hele wereld Hollands gesproken…
Dit heb ik nooit geweten en ik denk dat ik niet de enige ben.
Het boek speelt rond 1900 rond New York en er staan ook een paar leuke stukken in over het begin van de film. Maar dat komt een andere keer.