Gisterochtend was een heerlijke ochtend. Anne met Basje kwamen bij Ton zodat ik naar het labyrintlopen in Noordwijk kon. Het was mooi weer, fijn gezelschap, lekker gelopen en geschreven. Na het labyrintlopen schrijven we altijd na de beginwoorden: vandaag liep ik het labyrint…
Ik schreef:
Vandaag liep ik het labyrint en met de zee voor me voelde ik vrijheid. Vrijheid hier te zijn, vrijheid om als herinnering mee naar huis te nemen.
In het labyrint vele schatten die de zee ons schonk. Mijn ogen dwaalden erover tot ik iets vond dat me raakte. Een grote dubbele schelp die los begon te komen maar nog verbonden was. Zo symbolisch voor ons leven nu. Ik nam hem mee en liep verder.
Weer trof iets mijn oog: een aantal schelpen die met elkaar verbonden waren. Ook symbolisch voor ons leven op dit moment.
En boven mij prachtige wolkenluchten, voor mij de weidsheid van de zee en de horizon. Ik voelde me vrij en gezegend. Dit zo samen te delen en te beleven is iedere keer weer bijzonder.
En de zee die komt en gaat, de wind die komt en gaat net als leven eens kwam en weer gaat. Ik nam het woord ‘symbolisch’ en dat was het vanochtend.
Thuisgekomen was de tafel gedekt en kwam schoonzoon R. ook er gezellig bij. Dat was het tweede fijne van de dag. Het derde fijne was dat aan het eind van de dag onze oudste met P. kwamen om de kerstboom omhoog te brengen omdat de lift nog stuk is. Daarna haalde P. Chinees en aten we met elkaar, wel zonder Ton want die wilde niet eten, behalve wat vla.
En daarna begon het minder fijne want we hoorden overal vandaag brandweerauto’s komen en politieauto’s. Het kruispunt beneden bij ons werd afgezet en er kwam een alertbericht: binnen blijven en ramen en roosters dicht. Bleek een grote brand in een woningzaak een paar honderd meter verder op de Kerklaan. Grote rookwolken hingen er en later zagen we de vlammen opschieten. Ik kon alles van bovenaf goed zien maar vond het wel angstig en bedacht: wat zou ik meenemen als dat hieronder zou zijn? ‘Niets’ zei onze oudste, ‘ wegwezen gewoon’. Tegen middernacht dorst ik te gaan slapen. Dacht wel: nu kun je hier in alle vrede blussen, maar in oorlogsgebieden kan dat niet, wat een angst voor die mensen.Vanochtend las ik in de krant dat er niemand gewond is geraakt maar dat het pand verloren is. Dat is dan een gelukkige afsluiting van een nare avond.