Troost is wat je wilt geven aan je geliefden als die verdriet of pijn hebben. Je wilt je armen om hen heen slaan, de kou, de pijn, de angst wegnemen en liefde en warmte teruggeven.

Maar dat kan niet altijd. Soms wil de ander (nog) niet getroost worden. Verdriet moet zijn tijd krijgen.

Soms is het er gewoon zijn al een troost, of een kaart of bloemetje. Laten weten dat je er bent voor de ander kan al troostend werken.

Kun je ook iemand troosten die je niet of nauwelijks kent? Zeker. Als je hart geraakt wordt door de nood van de ander kun je jezelf openstellen en jouw warmte, aandacht, liefde schenken, wie die ander ook is.

Mensen die beroepsmatig anderen ontmoeten met verdriet, pijn, wanhoop, moeten, denk ik, er voor waken dat zij die nood niet in zich opnemen. Dan slaat de balans na een tijd de verkeerde kant op en is er geen ruimte meer om de armen te spreiden en het hart te openen om de ander te troosten.

Maar wat een moeilijke opgave lijkt me dat.