Zijt gij reeds luistervink?

Met een uitzending van de zender Pracht Concerten Gratis Gegeven gaat in 1919 in Nederland het eerste radioprogramma de ether in. Nederland heeft hiermee meteen een wereldprimeur: de zogeheten PCGG wordt gezien als de allereerste omroepzender ter wereld. Ze zou echter niet lang de enige blijven. Tegen het einde van de jaren ’20 had iedere zuil een eigen omroep en werd het grootste deel van de zendtijd verdeeld onder de VARA, NCRV, KRO en AVRO.

AVRO-leden werden door hun directeur Willem Vogt ‘ luistervinken’ genoemd.

Na de Tweede Wereldoorlog neemt de populariteit van de radio alleen maar toe. Steeds meer Nederlanders mogen zich een echte ‘luistervink’ noemen. De behoefte aan populair amusement is in de jaren na de oorlog groot. De huiskamer vormde het centrum van het bestaan met de radio als stralend middelpunt. Een en ander veranderde met de uitvinding van de transistorradio in 1957. Met name jongeren waren nu niet meer gedwongen met hun ouders in de woonkamer naar de radio te luisteren en konden afstemmen op zenders als radio Luxemburg, die meer aandacht besteedde aan populair amusement dan de verzuilde omroepen. De Hilversumse zenders wilden hun publiek liever opvoeden dan amuseren. Zo weigerde de VARA midden jaren ’50 nog liedjes van Johnny Jordaan uit te zenden. Toch wisten legio programma’s van de verzuilde omroepen de luisteraar te boeien. De familie Doorsnee, De Bonte Dinsdagavondtrein en Negen heit de klok hielden hele gezinnen wekelijks aan de radio gekluisterd.