Ik kies uit het gedicht ‘Koud’ van Remco Campert de volgende zin:

‘De woorden hebben geen eind.’

De woorden hebben geen eind, letters rijgen zich aaneen en zo lang ik kan denken en voelen blijft dat doorgaan. Soms hapert een woord, komt het niet tevoorschijn terwijl ik weet dat het er is. En met wat hulp van buiten komt het dan toch boven.
Het is een voorloper van een proces dat ieder van ons vreest en velen zal overkomen: het grote vergeten van de woorden. Woorden waarmee wij ons kunnen uiten, waarmee we ons geluk en verdriet benoemen, waarmee we contact maken met anderen.
Woorden die we gebruiken om nieuwe verhalen te maken of de geschiedenis weer levend te maken. Woorden hebben geen eind, dat dacht ik ook. Maar soms maakt de veranderende geest een einde aan woorden. Er wordt niet meer gesproken, gezongen.
Maar hoe het dan diep van binnen is weet ik niet. Zijn er daar toch nog woorden maar komen ze er niet meer uit? Zijn die woorden zonder betekenis geworden? Hebben ze een andere betekenis gekregen die wij niet kennen? Dat weet je pas als het jezelf overkomt, maar dan kun je het niet meer onder woorden brengen.