In de namiddag zat ik op het balkon wederom te lezen in het al eerder genoemde boek ‘Op zoek naar het alledaagse vaderland’ en in een stuk over Amsterdam rond 1900 kwam ik de naam de Karseboom tegen. Mijn hart maakte een hupje want die naam kende ik uit de verhalen van mijn moeder. Haar moeder ging daar ’s avonds borden wassen nadat ze overdag in haar kleine kruidenierszaakje had gewerkt. Maar ja, ze moest vier kinderen in haar eentje grootbrengen, dus ze had geen keus. In het boek staat over dit hotel-restaurant dat op de hoek Rembrandtsplein- Amstelstraat stond: …’ De bezoekers uit de provincie streken vaak neer in de Karseboom, omdat het bekend was dat men daar, met uitzicht op een serre vol planten- de wintertuin- goed en niet te duur kon eten…’

Ik heb gezocht naar foto’s en jawel, in het Amsterdamse stadsarchief vond ik er enkele. En het was net of ik even in het leven van mijn grootmoeder kon kijken.