Vandaag weer zo’n heerlijke dag voor even op de fiets en lang op het balkon. Althans voor mij, Ton loopt al met stok maar de fiets, dat is nog een halte te ver. Maar de rolstoel is de deur uit, dus het gaat goed.

Gisteren en vandaag voor de tweede keer het laatste boek van Adriaan van Dis gelezen: “Ik kom terug”. En dat kan ik zo weer voor een derde keer ook lezen, maar nu nog niet. Nu ben ik verder gegaan in zijn hele dikke boek “Leeftocht”. Ik bladerde terug en bekeek de aangestreepte stukken en bewonderde weer zijn taalgebruik en verwonderde mij over zijn inzicht in de mensen en de maatschappij.

In 2006 schreef hij “Brief aan mijn Turkse kleermaker” en ik pak daar een stukje uit (hij is dan in Parijs)…” Het Franse integratiemodel is kleurenblind. Wie Saïd of Bubakar heet kan maar beter zijn naam veranderen als hij voor een sollicitatiegesprek wil worden opgeroepen. En als hij zover komt, schieten de woorden hem tekort. Een recent onderzoek van Libération heeft uitgewezen dat de woordenschat van jongeren uit de probleemwijken nauwelijks de achthonderd overstijgt. Aan de andere kant van de Périphérique beschikken blanke leeftijdgenoten over minstens tweeduizend woorden. La courneuve, tien metrominuten van het centrum, maar in de praktijk lichtmijlen verwijderd van de witte wereld…”

In zo’n omgeving met een heel hoog percentage werklozen kunnen jongeren zich steeds meer gaan afzetten tegen de westerse wereld en worden ze rijp gemaakt voor extremisme. Niet alleen in Frankrijk, maar ook in ons land. Ik dacht dat goede scholing mogelijk een oplossing zou kunnen zijn maar dat is niet zo. Ook hoger opgeleide jongeren maken die keuze. En als je dan hoort hoe sommige hun best hebben gedaan op school, diploma’s hebben behaald maar inderdaad niet op een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd, maar met een Hollandse naam onder dezelfde brief wel, dan vind ik het knap dat zij toch aan de goede kant van de wet blijven. Ondanks het uitzichtloze dat zij om zich heen zien.

Ik denk dan ook wel eens: hoe zou het andersom zijn? Als westerlingen in grote groepen in oosterse landen zouden komen wonen, hoe zou op hen gereageerd worden? Ik vrees hetzelfde want wij mensen zijn toch wel erg geneigd om te willen behouden wat we hebben en delen dat niet graag met mensen die wij nog niet goed kennen. Maar gelukkig zijn er overal uitzonderingen op deze regel, dat was gisteren ook te zien in De reünie over vluchtelingen in 2002 op Vlieland. Na een aanvankelijk moeilijke start werden die mensen in de harten van de Vlielanders gesloten en een van de belangrijkste mensen daar was de echte dokter Deen. Een mevrouw noemde hem een heilige. Zelf zal hij daar heel anders over denken, net als al die vrijwilligers die zich totaal inzetten voor de vluchtelingen waar dan ook.