Zoals ik al schreef heb ik vorige week menig uur doorgebracht naast een van de twee vijvers in de bostuin van E. Witte en gele vlinders dwarrelden van bloem naar bloem. Een grote kikkers volgt een vlinder, draait mee, zit gespannen startklaar, springt met zijn handjes naar voren en mist. Vlinder fladdert snel omhoog. Goh, dacht ik, vangen kikkers vlinders of was dit een eenmalige actie van deze kikker? Maar nee, ik zag het later weer en weer ontsnapte de vlinder. Ik heb wel eens gelezen dat een kikker dood zou kunnen gaan van de honger terwijl er naast hem een vette vlieg zit. Die vlieg zien ze niet, alleen wat beweegt daar reageren ze op. Dat blijkt wel als we aan komen lopen: ploep, ploep, alle kikkers duiken meteen de vijver in. (klik op de foto’s om ze te vergroten)

Maar als de stoel staat, ik stil zit, dan komen ze een voor een weer tevoorschijn. Ze hebben een geweldige schutkleur en zo op het mos of de stenen zie je ze pas als je goed kijkt. En dat deed ik natuurlijk.

Zo zag ik ook dat een kikker ook onhandig kan zijn. Een, misschien wat jongere want hij was erg groen en volgens mij worden ze donkerder als ze ouder worden, in ieder geval worden de knobbels op hun rug zwarter, en die wilde vanaf de vijver de kant opspringen. Maar dat was best een sprong. Hij zette af, greep de rand, maar greep mis en viel weer terug in het water. Nog een keer proberen en weer viel hij in het water terug. Hij greep steeds mis. Toen kreeg zijn kikkerverstand de overhand en ging hij het op een andere plek proberen en jawel, daar lukte het. En dat alles zie je vlak voor je gebeuren. Je moet er gewoon even de tijd voor nemen en tijd had ik vorige week genoeg.