Mijn Ton houdt van zoet.

Je zou hem dus ‘ een oude snoeperd’ kunnen noemen. Maar daar moet je voorzichtig mee zijn, want het heeft nog een andere betekenis. Snoepen is nu een onschuldig woord, maar in de 17e eeuw kon het ook betekenen ‘ stiekem de liefde bedrijven’.Als (jonge) mannen ‘ op de kieteljacht gingen’ dan betekende dat hetzelfde als ‘uit snoepen gaan’. Vandaar dat ‘ een oude snoeperd’ niet geassocieerd moet worden met mijn Ton die graag iets zoets eet, maar met een oudere man  die’ buiten de deur eet’ . In diezelfde 17e eeuw was dan ook een ‘ snoepreisje’ een eufemisme voor ‘ overspel, een slippertje maken’. Pas in de 18e eeuw kreeg het de betekenis die het nu nog heeft.