Vanmorgen in het schrijfcafe was een van de opdrachten: kies een krantenfoto uit en schrijf waarom je deze koos.

Ik koos deze foto omdat haar ogen mij aankeken en zeiden:’ hoezo oud? Kijk naar mij en zie dat oud zijn betrekkelijk is.’
Ze is mooi opgetut. Haarspelden, oorbellen, ketting en ook haar ogen zijn opgemaakt. Haar gezicht is helemaal van haar. De jurk is als de rest van de groep, maar niet haar blik. Ze kijkt me aan, guitig, maar ook van:’ wat let je, doe ook eens gek. Laat je niet oud praten.Vind je dat ik teveel ben opgemaakt? Nou en?’

Het is deze blik in haar ogen, de mimiek van haar gezicht die me deze foto deed kiezen. Eigenlijk besef ik nu dat ik ook zo zou willen zijn. ‘ Schijt aan dronken Naatje’, zeiden ze vroeger. Nu is het ‘ gewoon jezelf zijn’. Maar als je niet zo bent, dan word je dat ook niet meer, al word je negentig.
Maar wat een blik! En door die blik zie je haar rimpels niet meer, zie je alleen een vrouw met pit.

Ik heb die foto niet en heb wat in mijn tekeningen zitten zoeken. Dit is geen oude vrouw maar ik denk dat als zij oud is, zij net zo zou kunnen kijken als de vrouw op de foto. Deze heeft ook iets ondeugends dat gewoon in haar zit en zal blijven, ook als zij oud en rimpelig is geworden.