‘ het treintje met een hooggepijpte, reikhalzende locomotief en met klapperzieke houten portiertjes. Het stopt aan alle stationnetjes en verzint voortdurend en spontaan onverwachte stopplaatsen tussen boomgaarden en langs plichtmatig murmelende beekjes aan welks boorden slaperige koeien Narcissus staan na te doen… En er zijn geen stationschefs die zich met het treintje durven bemoeien, geen keurige mijnheren met veel te nette scharlaken petten en veel te deftige lakense jassen. Hier is de conducteur de baas. En als hij na een langdurig en beminnelijk gesprek met een zojuist uitgestapte boerin besluit dat we verder zullen gaan, ontrolt hij fier zijn grote groene seinvlag, omdat het feest is als je vertrekt. En de machinist kijkt vanuit het raampje van zijn aamborstige maar onversaagde koffiemolen en knikt glimlachend:’ Ja, we gaan.’ En dan piept de reumatiek in de oude ijzeren gewrichten, een schok van ontroering loopt door alle buffers en wij rijden lustig klepperend door de weiden. En alle bomen wuiven, de koeien loeien en de heuvels zijn bespannen met groen fluweel.’ …

Dit heerlijke citaat komt uit het boek dat ik al vaker heb gelezen en dat weer op mijn nachtkastje ligt. Overdag ligt het op hetzelfde kastje dat dan echter geen dagkastje heet maar nog altijd nachtkastje. Vreemd. Het boek is geschreven door Daan van der Vat ( als dichter bekend als Daan Zonderland) en het heet: ‘Een ongeneeslijke verbijstering. Over Engelsen en andere bezienswaardigheden.’ een genot om weer te lezen. Wat een heerlijke taal en wat een bijzondere kijk op het leven in Engeland.Snap je nu waarom ik gewoon boeken moet blijven kopen? Dan kun je ze herlezen wanneer je wilt en erin schrijven wat je wilt. En we hebben nog een plank vrij in onze mooie nieuwe boekenkast.

En ik wil afsluiten met het fantastische bericht dat de scan van neef A. goed was!