Gisteren hadden wij een dag die contra de paasgedachte was. Die is van opstanding. En wij gingen juist geregeld plat en niet zo kort ook. ,dan zul je het wel nodig hebben,zeggen wij dan altijd. Misschien was het daarom dat wij gisteravond de buren versloegen met kaarten. Wij waren uitgerust en zij hadden kleindochter en kinderen op visite gehad.

Pasen. Als ik dan aan vroeger denk komt het beeld naar voren dat ik dan voor het eerst mijn nieuwe zomerjurk aan mocht en witte, door oma gebreide kniekousen. En dan daarmee, een vest wel aan, naar de kerk en dat ik het dan zo koud had en verlangde naar mijn winterkleren. Later vertelde mijn moeder precies hetzelfde over haar jeugd en Pasen.  Ik weet niet of wij chocolade eitjes hadden, ik denk het wel. En wat ik nog zo op kan roepen is het beschilderen van eieren, de avond ervoor. Mijn moeder maakte er de mooiste gezichten op en al die beschilderde eieren stonden dan in hun dopjes te wachten tot de volgende morgen. Ik weet dat ik het ook met M. En A. Heb gedaan, maar of ik ze daarmee een plezier heb gedaan, dat betwijfel ik.