Bovenstaande regel is niet van mezelf, maar is het begin van het gedicht ‘ DE GEDACHTEN’ van Kees Stip. De eerste strofe is zo:

Geef je gedachten eens een dagje vrij
dan komen ze al spoedig op gedachten
die jij van je gedachten niet verwachtte
omdat ze niet meer denken zoals jij.

Ik had gedacht dat ik daar vaker aan zou toekomen hier in ons buitenhuisje, maar dat valt tegen. Maar toch gebeurt het geregeld, als ik wat loop te dwalen ( daar zit geen spanning in zolang het maar geen verdwalen wordt) door bijvoorbeeld een museumzaal of in de natuur dat mijn gedachten allerlei sprongetjes maken die niets te maken hebben met hetgeen ik op dat moment zie. Nou niets, dat is niet waar want wat ik zie roept die associaties op en die leiden weer tot gedachtensprongen en die leiden vaak tot een zin die het begin kan zijn van een gedicht. Komende dinsdag is er weer schrijfcafe en dan laat ik mijn gedachten alle kanten op dwalen door de opdrachten die we dan krijgen. Heerlijk om te doen en mezelf te verbazen over mezelf.

Je kunt ook je ogen laten dwalen en niet gericht naar iets zoeken, gewoon ongestuurd kijken en dan opeens zie je het: dat beeld, dat moet op de foto. Hoe komt het dat ik het niet eerder gezien heb? Dus niet alleen je gedachten moet je af en toe vrij geven, ook je ogen. Doe je oren dan ook.

Van de week toen ik twee dagen met mijn nicht op stap was, toen waren mijn ogen en gedachten heel alert. Steeds alles in je hoofd vertalen in het engels en de omgeving afspeuren naar ‘ echt Hollands’. En dan zit je met de bollenvelden rondom natuurlijk helemaal goed. En eerlijk gezegd genoot ik er net zo van als zij.