Zonder inspiratie komt er niets op papier. Dus als ik even geen directe inspiratie heb, probeer ik het via een omweg. Dat kan bijvoorbeeld door uitgeknipte woorden bijeen te leggen, daar enkele uit te kiezen, die te groeperen en dan begint het meestal al te stromen. Het kan één woord zijn of een combinatie van woorden. En dan ga ik over iets schrijven dat ik vooraf niet had kunnen bedenken. Zo koos ik vanochtend bovenstaande woorden uit een hele stapel. Morgen zou ik misschien hele andere hebben gekozen, maar hier moet ik het vandaag mee doen.

Direct toen ik het woord ‘oma’ zag moest ik aan de moeder van mijn moeder denken die ik helaas niet heb leren kennen maar waar ik erg op schijn te lijken. Wat zou het bijzonder zijn als ik haar één dag mee zou kunnen maken. Terwijl ik dat schrijf bedenk ik me dat ik nu tien jaar ouder ben dan zij is geworden. Dus dan ben ik ouder dan mijn oma en voelt zij dan nog als mijn oma?

Ik denk van wel. Met een precies pennetje zal ik haar belevenissen als jong meisje, als getrouwde en gescheiden vrouw met vier jonge dochters rond 1920 beschrijven. Met een pen met gevoel zal ik de tijd beschrijven als zij vertelt hoe zij mijn opa heeft leren kennen, over de geboorte van mijn moeder, het kamperen dat zij samen deden, haar dromen en verwachtingen en teleurstellingen in het leven.

Ik zal haar vertellen over het leven van mijn moeder na de dood van mijn oma, over haar kleinkinderen en achterkleinkinderen.

En ik zal haar op de foto zetten, samen met haar nog levende familie. Eén dag samenzijn met de oma die ik alleen uit verhalen kende. Ik kan geen betere inspiratiebron bedenken.