Onlangs schreef ik dat ik de paardenbloem zo’n mooie bloem vind en liet twee foto’s daarbij zien. Maar wat de paardenbloem ook interessant maakt is het eigenlijk niet één bloem is maar een samenstelsel van allemaal gele lintbloempjes die ieder zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. ’s Morgens openen ze zich en ’s avonds sluit de bloem weer. Na de bevruchting ontstaan de vruchtjes die met een vruchtpluis als een soort parachuut zo licht zijn dat ze door de wind ver weg geblazen kunnen worden. Aan het vruchtje zitten weerhaakjes waarmee ze zich verankeren in de grond. En zijn alle pluizen weg dan blijft er een kaal koppie over. En let eens op: waar veel gemaaid wordt hebben de paardenbloemen hele korte steeltjes en worden ze gewoon omlaag gedrukt en komen dan weer omhoog. Op andere plekken hebben ze lange stengels. Goed aangepast dus om te overleven.