Toen ik net buiten liep en mijn hand in mijn zak stopte, voelde ik drie kastanjes. Iedere herfst stop ik in al mijn jaszakken kastanjes, iets dat mijn moeder had geleerd van haar moeder en ik weer van haar. ‘Goed tegen de reumatiek’ zei ze. Of het de kastanje zelf is of het feit dat je de kastanjes steeds in je hand verplaatst, ik weet niet waar de waarheid ligt.
Wel weet ik dat de paardenkastanje eigenlijk geen echte kastanje is zoals de tamme kastanje. Maar vanwege de stekels op de bolster, net als bij de tamme kastanje, is hij hier zo genoemd. Ook omdat als het blad is afgevallen je een soort paardenhoef ziet. Je ziet ook de nageltjes waar het hoefijzer mee vastgezet wordt. Kijk maar eens bij laaghangende takken. Er is geen boom die zulke grote bruine kleverige knoppen maakt als de kastanje. En in die knoppen zit alles al voor de nieuwe lente: blad, bloemen, takje, veilig met dons weggeborgen, winterproof.

En nu loopt alles uit en probeer ik al die stadia van ontluiken vast te leggen. En groot was mijn vreugde toen ik op één tak drie stadia ontdekte. Wat een cadeau.

klik op de foto om hem vergroot te zien.