Ik houd van stenen, vooral ronde stenen, in mijn hand. Ze voelen, beetje strelen en dan bekijken. Ik krijg daar nooit genoeg van. Daarom spreekt dit gedicht me zo aan.

De kiezelsteen

De kiezelsteen is
een volmaakt schepsel

zichzelf gelijk
zijn grenzen bewakend

nauwkeurig gevuld
met de zin van steen

met een lucht die nergens op lijkt
niets opschrikt geen begeerte wekt

zijn vuur en koelte
zijn correct en een en al waardigheid

ik voel een zwaar verwijt
wanneer ik hem in mijn hand houd
en valse warmte
zijn edele lichaam doordringt

-Kiezelstenen zijn niet te temmen
tot het einde toe zullen ze ons aankijken
met hun rustige en heel heldere oog

Zbigniew Herbert
Polen 1924-1998