Vanochtend schreef ik naar aanleiding van de spreuk:

Lachen mag van god.

Graag zelfs. Levensvreugde is essentieel. Het maakt je een blijer mens. Je geeft die blijdschap bewust of onbewust door en als een positief virus gaat het verder.
Maar wat is het toch gek dat mensen al duizenden jaren spreken namens een god zonder die ooit daadwerkelijk gezien of gesproken te hebben.
Ja, in gedachten en in dromen. Maar dat zijn dan jouw gedachten, jouw dromen, dat heeft niets met een god te maken. En zou god dan in mensenwoorden spreken?

Ik vind het moeilijk god te omschrijven. Als ik aan mijn godsbeeld denk die zie ik het als de oerkracht, de bron waaruit materie en geest zijn ontstaan. Maar of die oerkracht ooit gesproken heeft, laat staan regels opgelegd, daar geloof ik niets van.

Maar ik heb wel geprobeerd dat godsbeeld dat veel mensen hebben uit te beelden: