Ik zat aan tafel de krant te lezen toen ik een zwarte kraai steeds weer krr, krrr hoorde roepen, vlakbij. Dus even voor het raam gaan staan om te kijken waar het geluid vandaan kwam. Twee zwarte kraaien zaten vlak voor ons raam in de bijna kale lindenboom. De ene kraai die steeds riep zat wat hoger dan de andere. Verder deden ze niets, gewoon ieder op zijn eigen tak staan.
Wat me opviel was dat als de bovenste kraai krr krr riep, zijn staartveren uiteen gingen en als hij stil was, waren ze dichter bij elkaar. Na een tijdje was de onderste het stilstaan op die tak wat zat en ging er wat in pikken. En toen sprong hij/zij over naar een andere tak. Ook een paar keer in pikken en verder weer gewoon wat staan.
De bovenste kraai kwam niet van zijn/haar tak af.

In gedachten maakte ik van de roeper op de bovenste tak de man en van de wat onrustiger en wat onderzoekender kraai de vrouw.
Het roepen bleef geregeld terugkomen na steeds een stiltepauze. De vrouw trok aan wat dunne takjes maar kreeg ze er niet af. Toen opeens sloeg ze de vleugels uit en vloog weg. De bovenste keek verwonderd in het rond. Waar was ze nou?

En ik dacht weer in mensengedachten: een stel dat elkaar de ruimte laat om even apart op stap te gaan. En ik verwachtte dat hij haar wel achterna zou gaan. Maar nee. Na een tijdje vloog hij een totaal andere kant op na nog één keer even luid geroepen te hebben dat hij hier was.
Tja, als je dat niet op de muur kunt verven moet je het maar uitroepen.

Ik denk nu dat ze misschien helemaal nog geen stel waren en dat het hun ‘first date’ was. Zijn geroep beviel haar niet en dus ging zij er, zonder afscheid te nemen, opeens vandoor. Hij deed even of het hem niets kon schelen, ging nog even door met roepen, maar ging er toen ook vandoor. Hier was niets meer te halen.