Op dit schilderij van Jacob Vrel ‘Vrouwtje bij de schouw’ (1654-1662) staat rechts voor de stoel een vuurklok. Omdat het een woord is dat ik nog niet kende ben ik het artikel in ‘Vind’ eens gaan lezen.

Een vuurklok is eigenlijk een mobiele brandbescherming die, als de bewoners naar bed gingen en het haardvuur nog niet uit was, over de gloeiende delen in het haardvuur geplaatst werd. Dat is een betere manier dan die ik ooit had: het duurde mij te lang voor het vuur doofde (ik had slaap en wilde naar bed) en ik gooide er een plons water over. Had ik beter niet kunnen doen, wat een troep gaf dat. Had ik toen maar een vuurklok gehad.

Omdat er vroeger veel huizen van hout of gedeeltelijk van hout waren kwamen er al vanaf de 12e eeuw vuurklokken in de huizen. Later werd het in verschillende steden verplicht er een in huis te hebben en de pottenbakkers werden er ware meesters in ze te draaien, versieren en bakken. Buiten Nederland komen de vuurklokken bijna niet voor. Waren ze eerst helemaal rond, vanaf 1530 krijgen ze ook een platte achterkant zoals op het schilderij te zien is. Vanaf die tijd krijgen de klokken ook steeds meer versieringen. Ze hadden luchtgaten waardoor het vuur niet uit ging maar bleef smeulen zodat het in de ochtend weer aangewakkerd kon worden en een oor om hem op te tillen. Met de komst van de kachel verdwenen de vuurklokken(of stolpen) langzaam uit de huizen.

Waarom het klok heet weet ik niet. Verwijst het misschien naar de brandklok die werd geluid als er brand was?