Het hardop lezen van mijn eigen tekst ontroert me soms. Het adem geven aan mijn woorden laat ze dieper binnenkomen dan als ze alleen zijn opgeschreven en in mijn hoofd gelezen.
Adem brengt dingen tot leven. Als je je laatste adem uitblaast, blaas je het laatste restje leven uit jezelf en is het leven voorbij.
Het is soms een bijzonder gevoel mijn eigen tekst hardop te lezen en dan ontroert te worden door dezelfde woorden die mij even daarvoor nog niet ontroerden. Zelfde woorden, ander gevoel. De klank roept mogelijk een emotie op die onderdrukt was, weggeredeneerd, ontkend.
Iets durven uitspreken vereist soms moed. Je stelt jezelf open, bent dus kwetsbaar. Maar soms kan iets uitspreken niet alleen jezelf maar ook de ander kwetsen.
Wat is dat toch bijzonder met taal. Woorden zijn niet eenduiding. Je kunt er goed en kwaad mee doen, aan ons de keuze.

Onlangs vroeg iemand mij waarom ik nog steeds op Fluweelbloem publiceer als er bijna nooit een reactie op is. Nicht Joke reageert vaak en dat vind ik fijn, maar ik weet dat er een vaste groep lezers is die ook genieten van mijn blog maar niet of op een andere manier reageren. Maar zelfs als er maar een handvol lezers zou zijn zou ik blijven publiceren. Gewoon omdat ik het leuk vind dat teksten en foto’s niet in mappen in de computer blijven maar verspreid worden. Al is het verspreidingsgebied beperkt, dat beperkt mij niet.