Ton is gelukkig weer thuis en moet nog even aan het infuus blijven, maar daar helpt de thuiszorg mee, ook als we laat op de avond steeds een vreemde piep uit het apparaat horen komen. Geweldige mensen zijn het.

En nu zijn we weer lekker samen thuis, Ton achter zijn krant, ik achter de computer. Ik herlees net een tekst die ik na het labyrintlopen heb geschreven naar aanleiding van enkele regels uit het gedicht van Mary Heyema: ‘365 dagen geldig’ en vind dat nu wel passend.

Vouw je schaduw op, wat een mooi beeld.
Ik vouw mijn schaduw op als een paraplu en zet hem weg. Nee, niet weggooien maar bewaren, want er zijn dagen dat je snakt naar een beetje schaduw.
Maar soms kan een schaduw groot en dreigend zijn, om je heen hangen en te groot zijn om hem alleen weg te krijgen. Daar heb je dan geliefden voor nodig om je daarbij te helpen.
En als de schaduw weer weg is en je je weer vrij en onbekommerd voelt, dan kun je je horizon spreiden als een badlaken op het strand. Meer dan je nodig hebt aan ligruimte, maar het voelt zo lekker.
En dan speelt tijd niet meer mee.
Ik knip de tijd door en laat gebeuren wat moet gebeuren op de tijd die daarvoor bestemd is en ik open mijn deur, mijn denken.