Uit het gedicht ‘Blad’ van Toon Hermans kies ik de regels:

‘nooit zou het blad bewegen
als de wind er niet was.’

Tja, wat heb je van jezelf en wat kun je vanuit jezelf zonder beïnvloed te zijn door afkomst en opvoeding? Vanaf je ontstaan ben je al een mengeling van twee mensen met al hun hebbelijkheden en onhebbelijkheden. De omgeving waarin je opgroeit kan bepalen of jij langzaam mag groeien, rijpen. Of dat je beschadigd wordt of heel mag blijven. Of er een zacht briesje van liefde is dat je laat dansen of dat er een storm van woede raast die je doet wankelen.
Wat hebben wij eigenlijk echt zelf in de hand in ons leven? Vrij weinig denk ik, al hebben wij vaak het idee alles zelf in de hand te hebben. Altijd is er iets of iemand om ons heen die gewild of ongewild invloed op ons uitoefent, vaak zonder dat wij er erg in hebben.
En wat te denken van een hogere orde die wij niet kunnen zien maar die veel invloed op mensen uitoefent. Niet omdat die hogere orde dat eist, maar omdat er mensen zijn die zeggen te weten wat die hogere orde van ons verwacht.
Dit alles had ik niet overdacht als ik vanochtend in het schrijfcafe niet deze regels had gekozen uit het ons uitgereikte gedicht.