Een week niets op Fluweelbloem had een reden: we maakten een boottocht over de Nederlandse rivieren. Alleen is die wat anders verlopen dan gehoopt. Ton gleed de eerste middag van een stalen trap een stuk omlaag. Gevolg: gekneusde ribben en wervels. Veel pijn, weinig bewegen, geen stadjes bekijken in het begin. Gelukkig viel er door het raam veel te genieten van het langskomende landschap. Ikzelf zat de hele ochtend boven op dek in weer en wind. En ondanks dat het beperkter was dan vooraf gedacht, hebben we er toch van genoten.
Onze Anne kwam ons in Rotterdam ophalen met haar auto en alles ging goed tot we bij Delft opeens een enorm lawaai hoorden achter ons, of er een bom ontplofte. De auto werd wat opgetild en begon toen te tollen over de snelweg, tegen de vangrail aan, weer spinnen, tegen de vangrail aan, weer spinnen en tenslotte kwamen we tot stilstand met de achterkant tegen de vangrail. Ik dacht echt dat we doodgingen en dacht: kom je van alles te boven en ga je dood op de snelweg. Maar alle drie hadden we meerdere beschermengelen op onze schouders want we zijn levend en wel uit de auto, of wat er van over was, gekomen. De aanrijder is doorgereden, maar allerlei  mensen stopten gelijk, belden de politie, kalmeerden mij want ik was helemaal over mijn toeren. Getuigen wachtten op de politie en waren bezorgd om ons.

Een engel uit Marokko, Leyla, nam Ton en mij mee in haar auto naar een benzinepomp met restaurant waar we vlakbij tot stilstand waren gekomen en zij is bij ons gebleven tot er een taxi kwam om ons naar huis te brengen. Maar eerst kwam de politie vragen stellen, toen de ambulancemedewerkers en die arme Anne stond maar naast haar restant auto met knikkende knieën en pijn in haar lijf alles af te handelen. En in plaats van half elf, kwamen we om half twee thuis, maar godzijdank: we kwamen alle drie weer heelhuids thuis.

En daar zit ik nu weer in mijn kamer wat te schrijven. Lijf doet zeer maar niet te zeer, maar ik denk dat ik er emotioneel langer last van zal hebben. Ik weet het: afleiding zoeken. Maar nu nog even niet. Nu nog even bijkomen in huis.