Ik kwam een mapje met uitgescheurde kalenderblaadjes tegen met Loesje-spreuken erop. Meteen dacht ik terug aan de vakanties dat ik de kaart moest lezen terwijl Ton reed. Lijsten met namen van de steden en dorpen waar we langs zouden komen op mijn schoot en toch ging het geregeld fout en kwamen we op plekken waar we niet moesten komen. Wegwijzer gemist, te laat gezien en dan snel moeten zeggen: links of rechts en het niet weten en dan maar wat roepen. Fout, fout. Oplopende spanning voorin, rust achterin. Nu hebben we een tomtom maar dat betekent niet dat we niet meer fout rijden. Gelukkig maar, zo komen we nog eens ergens waar we anders nooit geweest zouden zijn.