Voordat we het labyrint gaan lopen krijgen we altijd een of meer schrijfopdrachten en dat is ook na afloop zo. Het kan een woord, een zin, een gedicht of korte tekst zijn die ons ter inspiratie gegeven wordt. Gisteren was het een korte tekst van Herman Hesse uit 1922:
‘Waarheen zal mijn weg mij nog brengen?
Een dwaze weg is het, deze weg,
hij loopt in lussen,
hij loopt misschien wel in een cirkel.
Laat hij gaan hoe hij wil, ik zal hem volgen.’
Net als bij Hesse is mijn weg al voor een groot deel gelopen maar gelukkig nog niet afgelopen. Ook mijn weg maakt omwegen, lussen. Ik kan pas op de plaats maken maar ook uitkijken wat er op me wacht na de volgende bocht.
Ik volg mijn weg hoe die gaat in vol vertrouwen dat als ik een verkeerde afslag neem, ik weer terug kan keren en dat er dan mensen zijn die me opvangen en weer op weg helpen.
Ik houd niet van kaarsrechte wegen die direct naar de bestemming leiden. Geef mij maar af en toe een lus, een cirkel, een moment van verrassing, van inkeer, van verbazing. Zo ervaar ik ook het lopen in het labyrint.
