Ik hobbel wat heen en weer in huis en zit nu in mijn kamer en pak een gedichtenbundel van Judith Herzberg:’ Doen en laten’. Daar zitten heel veel ezelsoren in en die pagina’s bekijk en lees ik weer eens tot ik stop bij het gedicht ‘Vis’. Vind ik wel passend bij mij nu.

Vis

Als ik een vis was wist ik wel
hoe ik moest zwemmen, zachtjes door het water
wimpelen en met een wending remmen.
Ach waarom voel ik wat nooit voor mij
bedoeld is in mijn ruggegraat terwijl ik
toegerust als mens zo moeizaam
door de kamers waad.

Judith Herzberg