Vanmiddag bij iemand op bezoek geweest die enorm veel vogels in haar tuin had. Van dichtbij twee Grote Bonte Spechten rond de stam van een berk zien dwalen. Verschillende mezen, duiven, ekster, kauwtjes en een Vlaamse Gaai, vlak voor het raam. Geen mussen echter. Dat is een van de weinige dingen die ik hier op vier hoog mis: vogeltjes van dichtbij bekijken. Dat doet me denken aan een gedicht dat ik gisteren weer las van C.Buddingh’ :

Ook vogels

Toen ik jong was kon je mussen vaak gretig
in dampende paardevijgen zien happen.

Maar paardevijgen zijn er niet meer,
enkel nog hondedrollen.

En die schijnen niets te bevatten, dat bijdraagt
tot het voedselbestand van de mus.

Ook vogels, denk ik soms, zouden de wereld
als ze terugkomen konden, nauwelijks herkennen.

Denk niet dat ik in sommige woorden de n vergeten ben, dit gedicht is van voor de taalverandering.

Ik denk dat Els het gedicht wel kent, maar het fijne van gedichten is dat je er steeds weer opnieuw van kunt genieten.