Moeder

Zijzelf was als de zee, maar zonder stormen.
Even blootshoofds en met brede voet.
Rijzend en dalend op haar vloed,
als kleine vogels op haar schoot gezeten,
konden wij lange tijd haarzelf vergeten,
rustend en rondziend en behoed.
Haar stem was donker en wat hees
als schoven schelpjes langs elkander,
haar hand was warm en stroef als zand.
En altijd droeg zij om haar bruine hals
dezelfde ketting met een ronde maansteen,
waarin een neevlig blauw een kleine gele maan scheen.
Voorgoed doordrongen door haar kalm geruis
waren wij steeds op reis en altijd thuis.

M.Vasalsi
uit:Vergezichten en gezichten.

Ik vind dit een van de mooiste moederbeelden en zie het helemaal voor me. Voel de veiligheid, de geborgenheid. Zo kun je met gewone woorden iets heel bijzonders beschrijven. Want dit als kind mogen ervaren is heel bijzonder en geeft, denk ik, een stabiele basis voor later. En eigenlijk zou dit niet bijzonder moeten zijn, maar gewoon. Helaas is het dat voor vele kinderen niet.