Bij het wegbergen van wat tijdschriften kwam ik weer het al eerder genoemde leuke boekje ‘Cycloram voor de Huisvrouw’ tegen en ik keek even waar ik plakbriefjes in had gedaan. Dat was niet bij het thema ‘ lamp’, maar ik las het toch weer even door. Het gaat over de geschiedenis van de lamp en de verlichting. Er stond ook een stukje in over de lantaarnaansteker en dat bracht me opeens terug naar de Riouwstraat waar we lang hebben gewoond. In het begin dat wij daar woonden kwam tegen het donker de lantaarnopsteker op de fiets met een ladder bij zich om de gaslantaarns aan te steken. Ik zocht net even op wanneer de laatste lantaarnopsteker in Haarlem, tevens de laatste van het land, stopte. Dat was in 1957 toen ik tien jaar oud was. Het kan dus kloppen dat ik het echt heb gezien. Soms denk ik wel eens: heb ik dat nu bedacht of was het echt. Dit was dus echt. Zoals op deze foto van Jan Hamers heb ik het in mijn gedachten.

Het was een echt avondberoep en dan kon je overdag een ander beroep uitoefenen. Zo was er in het Limburgse Lutterade een lantaarnopsteker zo omstreeks 1900 die overdag barbier was en tegen de avond, vergezeld door zijn geit, de negen lantaarns van het dorp ging aansteken.

In de ochtend moesten de opstekers weer hun ronde maken om de lamp te doven anders ging de brandstof te snel op. Toen men van olie op gas overging en overal gasleidingen kwamen, moesten er nieuwe lantaarns komen en toen daarna de elektrische verlichting kwam, moesten er weer nieuwe lantaarns komen. Het beroep van lantaarnopsteker was toen al uitgestorven.